Deze website gebruikt zoals de meeste website cookies om uw bezoek zo aangenaam mogelijk te maken. Wij respecteren hierbij uw privacy maximaal. Indien u verder gaat naar de website staat u de plaatsing van cookies toe. Meer info over ons cookiebeleid - klik hier. -
In deze rubriek vind je foto's en filmpjes van het Paalse dorpsleven.
Robert keert eind 1962 na 6 maanden verlof terug naar de missiepost in Lobi. De sfeer ten opzichte van blanken slaat langzaam om, de geest van Lumumba waart over het land. Weldra maken ze kennis met de eerste opstandelingen: de gevreesde simba's, dronken en gedrogeerd. Gevangen genomen, gegijzeld, vrij gelaten, opnieuw gevangen gezet, het eindspel is ingezet. Congo zal nooit meer hetzelfde zijn, maar Robert weet nog niet wat dit voor hem betekenen zal.
Na Api en Ndukula wordt Robert naar Monga gestuurd, de streek van het ontluikend toerisme. Hij wordt er directeur van de vakschool. Er moet getimmerd en gemetseld worden en natuurlijk ook theoretisch les gegeven. In 1960 wordt Congo onafhankelijk en er volgen al snel de eerste relletjes. De vakschool moet gesloten worden wegens gebrek aan middelen. Robert keert terug naar Dakwa: missiewerk in de brousse. In maart 1962 kan hij eindelijk op verlof naar huis.
foto: Robert met nog enkele confraters bij zijn laatste afreis naar Kongo
In het voorjaar van 1955 wordt Robert overste benoemd in Api, een kleine missiepost te midden van de hoema. Begin juli krijgt hij op een zondagmorgen onverwacht bezoek van zijn broer Pol: slecht nieuws ...
Ruim een half jaar later kan hij pas op verlof naar België. Bij zijn terugkeer in Congo wordt Robert naar Ndukula gestuurd, midden in de bossen. Hier is het wild overvloedig aanwezig en onze missionaris neemt graag deel aan de jacht.
foto: Robert met de dorpschef
Lees hier het derde deel uit het verslag van zijn broer Pol.
In de vorige aflevering beschreef broer Pol de aankomst van Robert in Kongo en zijn kennismaking met het bisdom Bondo, in het noorden van dit reusachtige land, vlak voor kerstmis 1937. 15 jaar werkt Robert er als leerkracht aan het seminarie, met hart en ziel. In 1952 wordt hij uitgestuurd als brousse-pater, eerst naar Lobi, en in 1954 naar Dakwa. Het wordt een avontuurlijk leven waar Robert zich dankzij zijn technische vaardigheden in de bouw snel geliefd zal maken. Lees zijn wedervaren in de volgende aflevering van het verslag:
Het leven en de dood van Robert Carremans is maar een voetnoot op een haast vergeten bladzijde van de vaderlandse geschiedenis. De opstand van de Simba's in Belgisch Kongo betekende voor onze pater in 1965 een brutaal einde aan 28 jaar missiewerk in onze voormalige kolonie.
In Paal wordt de herinnering aan deze missionaris levendig gehouden door de Pater Carremansstraat, parallel met de kerk, en door het kapelletje in de Brelaarstraat dat gewijd is aan hem en zijn confraters van destijds. In april 1968 werd er in ons dorp tijdens de missieweek een pater Carremanshulde gehouden, ter gelegenheid waarvan zijn broer Pol, eveneens kruisheer en missionaris, een in memoriam schreef: "Mijn broer als missionaris in Kongo".
Vandaag de eerste aflevering uit dit boekje, gewijd aan de periode 1937-1952.
foto: vertrek met de Kongo-boot in Antwerpen, Robert naast Felix Schollen, omringd door familie en medereizigers
In de eerste afleveringen zetten we al de missionarissen Pol en Robert Carremans en in de spotlight, samen met E.H. Cornelis Vanderheyden. Onze oproep om informatie te winnen rond missionaris Felix Schollen kende ook succes. Op hem komen we nog terug na het verslag over het leven van Robert Carremans.
Blijven nog de portretten van een viertal andere Paalse priesters die tussen de wereldoorlogen hun priesterwijding ontvingen: Put, Verboven, Troonbeeckx en Ceunen.
Louis Ceunen (foto)
Louis is geboren in Paal op 30 april 1920. Hij werd priester-lazarist gewijd in Leuven op 21 mei 1946. Vanaf 1949 was hij actief als missionaris in Yumbi (Congo).
U bent er van op de hoogte, de brug van Tervant wordt begin september afgebroken en vervangen door een nieuwe. Een tijdperk wordt afgesloten. Hoe het de nieuwe brug zal vergaan, dat weet alleen de toekomst. Dat de oude versies getuige waren van vele drama's, daarover hebben we op paalonline.be al uitgebreid bericht. Er waren de tragische gebeurtenissen bij het begin van de Tweede Wereldoorlog, toen de brug opgeblazen werd en de familie Theunis zwaar getroffen werd. Aan het eind van de oorlog, toen men zich in Tervant moest behelpen met 'het vlot' , vielen er slachtoffers bij een bombardement en beschietingen door de Duitsers (zie onze rubriek Paal in WO2). In 1958 werd het vlot vervangen door de huidige brug, maar ook zij kende haar droefenis: in de winter van 1979, verdronk Bèr Put bij een reddingspoging van een andere drenkeling.
Veel gelovigen voelden zich verbonden met een missionaris, een missiezuster of een priester of pater. Het was een eer voor heel de familie als een jongen of een meisje koos voor het priesterschap of voor een kloosterleven als zuster.
Niet alleen op zondag maar ook door de week namen de kinderen en de gelovigen in het algemeen, in grote getalen deel aan de misvieringen en het sacramenteel leven in de kerk. En daar gebeurde het: roeping gedijt immers aan het altaar.
Geen wonder dat voor de oorlog in de katholieke gemeenschap van Paal verschillende jongens en meisjes zich geroepen voelden tot het priesterschap of tot een religieus leven als Zuster. Bij de jongens waren in die tijd de paters Kruisheren van Diest nogal in trek. De aanwezigheid in Paal van kruisheer pater Van Merendonck zal daar wel niet vreemd aan geweest zijn. (foto: Pater Polydoor Carremans)
Hieronder geven we een kort overzicht van de priesters en missionarissen van Paal die tussen WO1 en WO2 geroepen werden tot een leven in dienst van God en zijn Kerk.
Paalonline wil in een nieuwe reeks artikelen vooral het leven en de dood van Pater Robert Carremans in herinnering brengen. Wij willen deze artikelenreeks vooreerst kaderen in het tijdskader waarin onze missionarissen en ook de andere priesters geboren in Paal opgroeiden in ons dorp na WO1. Daarna geven we u het verslag van het leven en de gruwelijke dood van Robert Carremans, zoals beschreven door Pater Polydoor Carremans, broer van Robert en eveneens actief in het Bisdom Bongo in Noord-Congo.
Vorige week publiceerden we op paalonline een aflevering over de lotelingen Houben, twee neven. Een kleinzoon van één van die twee was Louis Houben, een handelaar die schuin tegenover de kerk in het begin van vorige eeuw een Delhaize winkel annex herberg uitbaatte. In 2019 besteedden we al eens extra aandacht aan de sluiting van deze herberg, die tot in 1985 is blijven bestaan, bekend als 'bij Emma van Haive' (Lees verder voor de link)
Emma heette dan wel Volders, zij was op haar beurt de kleindochter van Louis Houben. Appartementen hebben in de 21ste eeuw de herinnering aan het café verdrongen (tegenwoordig is er een kapperszaak gevestigd), maar wij wakkeren de herinnering aan Emma en Warke graag aan. Louis Leten, hun schoonzoon en auteur van de reeks over de Paalse lotelingen, doet voor ons de familiegeschiedenis uit de doeken met een uitgebreid portret van Louis Houben en de stamboom van Emma.
+ 28 juli 1868 buitengewone algemene vergadering in aanwezigheid van Mgr. Bogaert ,vicaris generaal van het bisdom Luik.( geboren in Paal)
+In juli 1869 deelt het bisdom Luik mee dat het genootschap van Paal officieel is aangenomen door de raad van Parijs.
+ Op 16 juni 1871,feest van het 25 –jarig pausdom van Pius IX, werd in Paal 486kg brood uitgedeeld aan 81 gezinnen.
+ 10 december 1871,lezing van een brief van August Beckers, ondervoorzitter van de Opperraad van België, betreffende de oprichting van een Middenraad in Hasselt .Tijdens de vergadering van 26 december 1871 werd beslist om de oprichting van de Middenraad uit te stellen en prioriteit te geven aan het oprichten van lokale genootschappen in Limburg. Tijdens de vergadering werden de leden nogmaals op hun plichten gewezen .Bij huisbezoeken moesten zij ook “vriendelijke en welgemeende raadgevingen en vermaningen” geven aan de hulpbehoevenden.
Vanaf het begin werd er wekelijks vergaderd en een vergadering werd conferentie genoemd.
De agenda van een conferentie was een vast stramien. Eerst werd er genoteerd wie van de werkende leden er aanwezig was. Daarna volgde een “ godsdienstige lezing” uit het handboek van het genootschap of een gebed. De notulen van de vorige vergadering werden voorgelezen door de geheimschrijver en de penningmeester rapporteerde de financiële toestand inclusief het kasboek. Eventuele nieuw leden werden voorgedragen en al dan niet werd de volgende vergadering aangenomen. Vervolgens stelden de leden voor welke arme gezinnen er moesten geholpen worden en bepaalden zij in detail de aard van de ondersteuning. Aan het einde van een conferentie werd een geldinzameling gedaan onder de aanwezigen. Elke conferentie werd afgesloten met een gebed.
INLEIDING
Tijdens ons project “ Paal één dorp ,vele gezichten” in 2014 vertelde Peter Gijsel ons over het bestaan van een archief van het Sint Vincentiusgenootschap van Paal.
Meester Jozef Huybrechts de grootvader van Mia Van Drogenbroeck, Peter’s vrouw, had 9 schriften met verslagen van vergaderingen en financiële informatie van het genootschap bewaard. Deze boeken bevatten gedetailleerde informatie betreffende de werking van het genootschap vanaf de stichting in 1868 tot in 1970.
Momenteel opereert de Sint Vincentiusvereniging Beringen vanuit Koersel en Peter had de schriften enkele jaren geleden doorgegeven aan voorzitter Willy Gregoor. Op zijn beurt heeft Willy ons deze schriften tijdelijk ter beschikking gesteld en op basis hiervan was het mogelijk om het ontstaan en de vroege geschiedenis van het genootschap in Paal op te stellen.
Jean was de middelste van de 3 broers Biscop, alle drie met wisselend succes actief in de motorcross sport. Net als zijn broers onderhield ook Jean zijn conditie als postbode in Paal. In het spoor van zijn succesvolle oudere broer Fernand deed Jean zich meer gelden als de roekeloze durver. Hij wilde de overwinningen stormenderhand behalen.
Niet zo heel verwonderlijk was zijn loopbaan als motorcrosser eerder van korte duur. Nog vóór zijn debuut liep hij al in 1957 op de vakschool in Beringen, na een zware val met een crossmachine, een voetbreuk op.
Alfonsine was een zeer actieve vrouw.
Toen ze 20 jaar was reed ze al mee in een wielerkoers voor meisjes. Het was met Paal kermis en Gust Peters was de organisator. Het parcours liep over de Zwarte Ring, Meldert, Geeneiken, Beringen met aankomst te Paal. Alfonsine won en kreeg de eerste prijs: 15 Fr.
Ze speelde ook toneel in de parochiezaal. Rond 1960 stichtte ze de Verbruikersclub van Paal, op aanraden van Jeanneke Bomans. Later heeft ze, samen met Madammeke Jacobs van Beringen, de C.M.B.V. in Paal opgestart. Nog later stichtte ze de C.R.M. Ze is altijd content geweest in het leven en tevreden dat ze zo oud mocht worden.
Een taaie tante, voorwaar, ze overleefde twee wereldoorlogen en twee huwelijken met vele jaren. Op zeker ogenblik was ze de oudste inwoner van het dorp: bijna een eeuw.
Tante Sinneke, “de eeuwige jeugd”
o Paal, 01.04.1901
+ Diest 29.12.1999
Alfonsine Smeuninx was haar echte naam, haar troetelnaam was “Poeske” en “tante Sinneke” haar meest gebruikte in Paal. Iedereen kende haar als de eeuwig jonge “tante Sinneke van de Zwanenberg”. Ze was altijd tot in de puntjes verzorgd ondanks haar hoge leeftijd. Wanneer ze op straat verscheen was ze “parfait” en mocht ze gezien worden. Voor ze vertrok ging ze nog eens vlug voor de spiegel staan om te zien of alles piekfijn in orde was. Langs achter was het nog een “poppeke” van achttien en wat een lijn ! Ze was altijd geschminkt, had een mooie hoed op , “assorti” met haar kleed, geschminkt, rode lippen, de haartjes in de juiste plooi, een mooi kleedje of kostummeke aan, gekleurde hoge hakken en dito handtas en oorbellen. Een dame met standing. Dat zei ze ook. Een vrouw moet altijd verzorgd zijn. Je moet opvallen door je degelijkheid en verzorgd uiterlijk. Alles moet tiptop in orde zijn, zo was haar devies.
Bijna een eeuw lang hebben de spiegeltenten het uitgaansleven tijdens de kermissen in Paal beheerst, tussen de wereldoorlogen en dadelijk na wo2. Er viel voor de jeugd door het jaar maar weinig te beleven, maar met Paal kermis, de laatste zondag van juni en de eerste van september, draaide het ontspanningsleven op volle toeren. Paal was een druk bezochte kermis, zowel vroeger als ook nu nog.
Meester Luyten vertelt:
Tot kort na WO2
nog ne 'Böetingse krónkel' buiten categorie:
Löete stond te flöete op Haive z'n daive
Haive stond te kaive op Löete zè flöete
Vroeger grensden er weilanden tot tegen het Centrum van het Dorp. Tussen de Kapelstraat, de Meldertsesteenweg en de Vredestraat lagen allemaal weilanden. Nu is die hele strook volgebouwd met huizen van de Kleine Landeigendom. André Luyten herinnert zich nog deze anekdote van bij de bevrijding:
"Op 7 september, daags na de bevrijding, werden deze weilanden volgestouwd met Engelse soldaten, tenten, vrachtwagens, jeeps en allerhande voertuigen.Tussen het 'Genkske' van den drukker en de Meldertsesteenweg liep een petteke naar de molen van de familie Huygens, die op de Totenberg stond. Heel die strook bestond uit weide. Daags na de bevrijding werd daar een grote tent opgebouwd, die dienst deed als veldhospitaal. Die tent stond vol bedden plus enige verzorgingstafels. Ik ging als jongen van 13 jaar daar kennis maken met de Britse soldaten. Zo werd ik close met een verpleger, “John”. Het klikte, in het dagelijks leven was John onderwijzer van beroep.
Uit een fotoalbum van Stans Diepvens konden we deze groepsfoto vissen. Naar alle waarschijnlijkheid was het de eerste samenkomst van de pas opgestarte bond van gepensioneerden in Paal.
Zoals je kunt zien was het decor de speelplaats van de Lagere Jongensschool.
Van voor in het midden, met aktentasje, de afgevaardigde uit Hasselt. Links naast hem medestichter Louis Hermans (toen nog lang geen burgemeester) en rechts naast hem medestichter Gust Peters.
Zo ongeveer om de halve eeuw stapt er in onze nabuur Beringen des morgens een inwoner uit zijn beddenbak die 's nachts het licht heeft gezien. Niet vanzelfsprekend na een nachtje Zillertal. De laatste keer gebeurde dat in de jaren zeventig van de vorige eeuw en statistisch gezien moet er één van de volgende jaren een nieuwe verlichte opstaan, maar in afwachting daarvan luisteren we nog eens naar de verrassend wijze woorden van ene EMB uit Beringen. Wie EMB was ? Dat weet enkel nog R.V., bekend vliegend reporter uit ons dorp. Bij deze wordt hij uitgenodigd om ook zijn licht nog eens te laten schijnen over deze merkwaardige Beringenaar.
EMB herinnert zich in elk geval nog de tijd dat wij op de Buiting met een 'sk' spraken als we in Beringen naar 't skool kwamen, en de mannen van de Biscop (niet Bisschop), de premature Paalse Plas en een kultureel centrum met een progressieve spellings-k van destijds 60 miljoen Belgische franken. Nu we naar 2020 toegaan stellen we vast dat er nog maar weinigen beskaafd Buitings kunnen praten. De victories van de mannen van de Biscop zijn een mooie maar haast vervlogen herinnering, de Paalse Plas trekt meer nieuwsgierige vrouwen aan dan Manneke Pis en het OC De Buiting, ja, dat is duidelijk aan een gerenoveerde spelling toe.
Toch leest deze opinie van EMB eind de jaren '70 als het schillen van een frisse ui, je krijgt er zowaar de tranen van in de ogen:
Ziehier de biemannen die hunne krachten samenspannen !