Deze website gebruikt cookies

Deze website gebruikt zoals de meeste website cookies om uw bezoek zo aangenaam mogelijk te maken. Wij respecteren hierbij uw privacy maximaal. Indien u verder gaat naar de website staat u de plaatsing van cookies toe. Meer info over ons cookiebeleid - klik hier. -

Getuigen uit het verleden

Getuigen uit het verleden

Er is zeer weinig bewaard van de Paalse geschiedenis, maar er zijn toch wel enkele 'getuigen'.  Je vindt in deze rubriek info over de Paalse schansen, oude kaarten van Paal en omgeving, de verbreding van het kanaal, ....  Voorlopig verwijzen we voor aan aantal artikels uit deze rubriek nog door naar onze oude website. (klik hier) 

Marc Robben deelt op zijn website heel wat informatie over het graafschap Loon.  Recent voegde hij historisch kaartmateriaal over Paal en omgeving toe.  Via deze link kan je deze historische kaarten bekijken. 

Wist je dat er in Paal ooit 4 Schansen waren ?  Marc Robben heeft ze samen met nog meer merkwaardige getuigen uit ons plaatselijk historisch verleden in kaart gebracht en netjes gedocumenteerd.

(Illustratie: foto van Romeinse munten, tentoongesteld in het Gallo-Romeins museum te Tongeren, Oog in oog met de Romeinen, 6 februari tot 1 augustus 2021).

1. De vondst
Meer dan 100 jaar geleden, meer bepaald op 10 februari 1905 werd op de noordelijke flank van de Klitsberg in Paal een Romeinse muntschat gevonden door werklieden die een bos aan het rooien waren.
Dhr. Dr. Bamps toenmalig conservator van het Rijksmuseum in Hasselt meldde deze vondst in een brief van 20 februari 1905 als volgt.(1)
“Ontdekking van een Romeinse schat in Paal”

2. Wat werd er gevonden: Romeinse munten.

Keizer Augustus (27 v. Chr.) heeft een geldstelsel ingevoerd met als basiseenheden de as(koper), sesterius(brons, 4 as), de zilveren denarius (16 as) en de  gouden aureus (400 as)

De in Paal  gevonden  munten werden door de Romeinen denarius  genoemd(mv. denarii). De denarius was de standaard zilveren munt in het Romeinse rijk. Aanvankelijk woog de denarius 4.5 gr maar door de jaren heen verloor hij aan gewicht tot +/- 3 gr (waarschijnlijk kende men toen ook al devaluatie). De diameter van de denarius is meestal tussen de 16 en 19 mm. De munt staat ook bekend als zilverling.  Judas verkocht Jezus Christus voor 30 zilverlingen. Het jaarloon van een legionair bedroeg in illo tempore ongeveer 250 denarii. Ter vergelijking: de muntschat van de Klitsberg telde 600 tot mogelijk 1200 denarii.

In 2021 vroegen we bewoners van Tervant om hun ervaringen en herinneringen aan de brug van Tervant

Dat de brug van Tervant belangrijk  was en is, bewijst de volgende getuigenis van Miek Theunis:

“ Mijn mooiste herinnering aan de oude brug van Tervant is scouts gerelateerd. Als we van kamp of een verre fietstocht terug naar de lokalen fietsten dan begonnen we bruggen te herkennen hoe meer we Tervant naderden. Vanaf de brug van Beringen gingen we spontaan harder fietsen om een echte sprint in te zetten ( voor diegenen die nog wat energie hadden) tot aan de brug van Tervant. Het fietspad naar boven was toen nog een zandpaadje, waar we dan vaak uit de bocht gingen. Mooie herinneringen”

Patrick Theunis vertelde ons de verhalen die hij hoorde van zijn vader en nonkels:

Onze familiedeskundige Louis Leten brengt in 8 aflevering leven en werken van Sœur Marie Michele,  in Paal geboren en opgegroeid als Alice Volders,  bij de oudere generaties gekend als de zus van Emma van Houben,  die samen met Warke Janssens een legendarisch café uitbaatte in de Heldenlaan (nu een kapperszaak).  Alice studeerde af als vroedvrouw en werkte in haar professioneel leven als missiezuster in "de Kongo",  waar ze menig Zaïrees medemens hielp op de wereld komen.  Ze stierf in 2002 in haar moederklooster in Metz,  maar op paalonline proberen we de herinnering aan deze Paalse missiezuster levend te houden.

In onze tweede aflevering biedt Louis Leten ons een blik in het ontstaan en de bloei van de congregatie waartoe sœur Marie Michel, in de wereld Alice Volders, behoorde. Het moederhuis van deze Sœurs de la Charité bevond zich in Metz en werd gesticht door een verloskundige, E.P. Morlanne. Deze merkwaardige legerarts schreef meerdere stichtingen op zijn conto, zijn standbeeld in Metz is meer dan terecht, zeker omdat zijn sociale bewogenheid hem uiteindelijk ruïneerde. De kloosterorde zelf stichtte nog 2 bijhuizen in Antwerpen en Hasselt, en zo ziet u de link met de Paalse Alice al komen.

Deze derde aflevering besteedt Louis Leten aan een korte historische inleiding in het gebied waar Alice Volders als missiezuster zal werken: Noord-Oost Congo.
Dit gebied haalt geregeld ons journaal omwille van de uitbarstingen van geweld, die terug te voeren zijn op een concurrentiestrijd tussen Oeganda en Rwanda om het Congolese goud. Meer dan 90 procent wordt naar de buurlanden gesmokkeld. De ontginning van dat goud werd in het begin van vorige eeuw in gang gezet door de Belgische kolonisator, Leopold II en ook vandaag is een groot deel van de Congolese goudexport in handen van een Belg, Alain Goetz ("Goud is een smerige business, al zeg ik het zelf"). In het zog van deze mijnontginning zal in de 19de eeuw de Kerk ook haar missie proberen uit te bouwen en in Hasselt wordt de Paalse Alice Volders voorbereid op het werk als vroedvrouw in een gebied vele male groter dan haar thuisland.

In aflevering 4 volgen we Alice Volders naar de School voor Vroedvrouwen in Hasselt,  nu de PXL aan de Guffenslaan.  Ze vatte er in 1936 haar studies aan.  In 1943 treedt ze in als novice bij de kloosterorde Sœurs de Charité Maternelle waarvan het moederhuis zich in het Franse Lille bevond.

Deze reeks over de “De Lossing” in Tervant  is gebaseerd op opzoekingswerk door de historische werkgroep van paalonline en een gesprek (17 november 2022) met Theo Moons, Serge Daniëls, William Vanderheyden (met dank ook voor foto’s en tekstaanvullingen), François Vandebosch, een telefonisch onderhoud met Liliane en Simonne De Swert.  Foto’s van Edgard Vandebosch, lay-out en kaarten door Jef Geboers

Aflevering1:  de Lossing
De Kolenhaven van de mijn van Beringen in Tervant is in de volksmond gekend als “De Lossing” en is gesitueerd tussen de Olmsesteenweg, het Albertkanaal, Zandhoefstraat en Lossingstraat.
De Lossing was bij de start van de koolmijn van Beringen ook de juiste omschrijving van wat er op die plaats aan het Albertkanaal gebeurde. Er werden namelijk schepen gelost die materialen vervoerden voor de opbouw en onderhoud van de mijn. Zo werden er onder andere grote hoeveelheden kiezel gelost die in de ondergrond gebruikt werden voor het aanleggen van treinsporen. Eens de exploitatie van de koolmijn op volle toeren draaide werden de steenkolen via dezelfde lossing verscheept.

In 1948 vertrekt Alice als sœur Michel naar Congo, waar ze 30 jaar als missiezuster zal verblijven en in het ziekenhuis werken. Ze legt haar eeuwige kloostergeloften af in Mongbwalu, een stadje in de grensprovincie met Oeganda, bekend voor zijn goudmijn. Tijdens de Simba opstanden wordt ze verscheidene maanden gevangen gehouden. In deze 5de aflevering krijgt u een indruk van welke onderneming het reizen tussen België en Oost-Congo moet geweest zijn.

De scheepsmeter

De taak van de scheepsmeter was het bepalen van het volume van de scheepslading. De functie van scheepsmeester werd vooral toebedeeld aan voetballers van FC Beringen omdat de job flexibiliteit bood en lichamelijk weinig belastend was. Camille Daniëls was de 1ste scheepsmeter die geen voetballer was. Hij woonde met zijn familie op het terrein van de kolenhaven.

Bij het invaren van de boot werd gemeten hoe diep het schip on het water lag d.m.v. merktekens die op de boot geschilderd waren. Na het laden werd de diepgang opnieuw gemeten tot op de centimeter nauwkeurig. Wanneer er golven op het water waren was dit een delicate zaak. Voor elk type schip werd dan op basis van afmetingen van de laadruimte berekend hoeveel ton kolen er in het scheepsruim opgeslagen werden. De scheepsmeter stelde zijn rapport op en bezorgde het aan de administratieve diensten van de koolmijn. Op basis van dit rapport werd de factuur opgesteld.

In 1964 komt Alice Volers, samen met veel andere Belgische missiezusters en paters, in het oog van de storm terecht: de opstand van de Simba's, de Congolese rebellen.
De Belgische regering stuurt para-commando's naar het gebied rond Stanleystad. Tientallen missionarissen werden door de opstandelingen geëxecuteerd. Een half jaar later, op zondag 30 mei, zou ook de Paalse missionaris Robert Carremans in Buta het leven laten bij deze rebellie. Over hem berichtten we al eerder uitvoerig in een andere reeks.
In deze zesde aflevering over zuster Alice Volders schetst Louis Leten het historische kader van deze spraakmakende Belgische interventie in zijn vroegere kolonie.

De Zandhoefstraat
Ook in de Zandhoefstraat was er veel activiteit die rechtstreeks verband hield met de exploitatie van de kolenhaven. Vertrekkend vanaf de oever van het kanaal stonden er destijds enkele handelszaken langs de Zandhoefstraat. De familie Moons baatte het café De Sleepvaart uit alsook een groentewinkel en kruidenierszaak. Even verderop had de familie Perceval een café en kruidenierswinkel. Het cliënteel van deze handelszaken waren voornamelijk schippers. Perceval had zelfs een bevoorradingsbootje waarmee hij onder andere verf, mazout en onderhoudsmateriaal naar de aangemeerde schepen bracht.

Pagina 1 van 4