Deze website gebruikt zoals de meeste website cookies om uw bezoek zo aangenaam mogelijk te maken. Wij respecteren hierbij uw privacy maximaal. Indien u verder gaat naar de website staat u de plaatsing van cookies toe. Meer info over ons cookiebeleid - klik hier. -
In de periode 2014-2018 besteedt paalonline aandacht aan 'de groote oorlog', specifiek aan wat er in en rond Paal gebeurde en welke impact dit had op de lokale bevolking. Naast de info op de website organiseren we enkele activiteiten rond dit thema.
Schrijf ook mee geschiedenis met je eigen zolderschatten !
Heb je nog foto's, documenten of voorwerpen uit de oorlogsperiode 1914-1918, laat het ons weten. Heb je weet van familieleden, kennissen, geburen... die nog iets bewaard hebben dat betrekking heeft op de oorlogsperiode, vraag hun medewerking en laat het ons weten.
Het moet niet specifiek gaan over de oorlog zelf. Alles over die periode is interessant en welkom voor publicatie op onze website en eventueel gebruik op een tentoonstelling die wij later zoeken op te zetten. Wij beloven uw eigendom met het grootste respect en zorg te behandelen en uiteraard ook in oorspronkelijke staat terug te bezorgen. Meestal blijft onze inbreng beperkt tot het inscannen of fotograferen van het materiaal.
|
Dank bij voorbaat! Stuur een mailtje naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Je kan ook bellen naar Etienne Bervoets tel. 0497/303316. André Luyten tel. 011/422689 Armand Ariën tel. 011/424468 |
De tentoonstelling 'Paal in de groote oorlog' en herdenkingsavond op 11/11/2015 werden georganiseerd met steun van:
|
[toespraak gehouden door Cyril Rubens bij de inhuldiging van het gerenoveerde monument, 10 mei 2023]
Beeld je in: je woont in Paal, een rustig dorp waar eigenlijk niets gebeurt en dan, augustus 1914: een inval van Duitse soldaten. Ze komen brutaal het dorp binnen, doorzoeken huizen, ze schieten zelfs een inwoner dood die lopen gaat omdat hij schrik van hen heeft... en dan moet de bezetting nog komen: vier jaar lang honger en brutaliteiten, tientallen jonge Palenaren die aan het front zitten achter de IJzer, tientallen jongens die in 1917 opgepakt worden om in Duitsland te gaan werken...
Na het einde van de Eerste Wereldoorlog ervaarden de mensen een grote behoefte om de herinnering aan de slachtoffers te vereeuwigen. Niet alleen de families van de overledenen rouwden, maar gans de dorpsgemeenschap.
Toch duurde het bijna vijf jaar vooraleer de gemeenschap van Paal erin slaagde, een “steen” op te trekken ter nagedachtenis van de 19 Palenaren die gesneuveld waren tijdens de Groote Oorlog of die onmiddellijk nadien overleden waren aan de gevolgen ervan. Op 10 mei 1923, net honderd jaar geleden, werd een oorlogsmonument ingehuldigd door burgemeester Leopold Convens en pastoor Vlecken, samen met ‘een talrijk publiek’.
11 november 1987, ook een woensdag. In het Belang van Limburg verschijnt een interview door Roger Vanhoudt met de legendarische Paalse schoolmeester Jozef Huybrechts: " SPORTLUI WORDEN GROOTS GEVIERD, MAAR OUD-STRIJDERS ZIJN VERGETEN". Ondertussen is het woensdag, 11 november 2020, de oud-strijdersvieringen zijn afgelast door corona. Omdat Paal zijn helden niet wil vergeten publiceren we het interview van destijds, één verhaal uit de vele vergeten verhalen van Wereldoorlog 1 en 2. In onze rubrieken 'Paal in de groote oorlog' en 'Paal in WO2" kunt u in deze grijze coronatijden nog veel meer geschiedenissen oprakelen van Paalse gesneuvelden en oud-strijders. Ere wie ere toekomt.
Lees hier het interview:
SPAANSE GRIEP
In het najaar van 1918 werd de vreugde van de wapenstilstand overschaduwd door een ramp die in Europa alleen al niet minder dan twintig miljoen slachtoffers zou eisen: de Spaanse griep. Wereldwijd zou deze pandemie 50 miljoen mensenlevens kosten.
Het was geleden van de pestuitbraken vanaf de 14de eeuw dat een ziekte de mensheid nog zo brutaal overviel, nooit was het gebruik van het begrip epidemie” relevanter. Nochtans had men het kunnen zien aankomen. Vier jaar onderdrukking, stress, ongemak en ontbering hadden de soldaten en ook de bevolking verzwakt, zodat ze gevoelig waren voor allerlei kwalen en de medische wereld had geen antwoord.
Daardoor kreeg deze griep vrij spel. Paal moest ook zijn deel van de ellende verwerken. Op twee maanden tijd vielen er 41 sterfgevallen te noteren. Het luiden van de doodsklok was een dagelijkse bezigheid. Een uitgebreid en interessant artikel over de Spaanse griep vind je op het historischnieuwsblad.nl
VLUCHTELINGEN
Toen in 1917 de Duitse bezetter de burgerbevolking van West-Vlaanderen haar woningen deed ontruimen, kwam een honderdtal zijn toevlucht zoeken in Paal, meestal uit de streek van Wervik.
Het einde van WO1 werd ieder jaar op passende wijze en met het nodige eerbetoon voor de gesneuvelden gevierd. In de beginperiode beperkte deze 11 november herdenking zich tot een viering in de parochiekerk. Er werd een plechtige dankmis opgedragen door pastoor Vlecken in Paal en door pastoor Claesens in Tervant. Een gelegenheidssermoen werd gevolgd door een appel van alle gesneuvelden en het “Te Velde” werd geblazen. Tot slot speelde de koster, Henri Reynders, het vaderlandslied op het orgel. In 1919 werd de elfde november al erkend als nationale feestdag en kregen alle Belgen een dag verlof om de wapenstilstand en de gesneuvelden op waardige wijze te herdenken. Na de oprichting van het monument in het midden van het dorp, in 1923, vond deze vaderlandslievende plechtigheid ook in het centrum plaats. Op dit monument zijn de namen gegrift van alle gesneuvelden van WO1, militairen en burgerslachtoffers. Aan de gedenksteen werden de gesneuvelden gevierd met een bloemenhulde en het Belgisch volkslied.
De mobilisatie in de zomer van 1914
Vanaf de laatste dag van juli 1914 bracht de regering het leger op “versterkte vredesvoet”. Dat betekende dat de militieklassen van de drie voorgaande jaren 1910 tot en met 1912 massaal naar hun kazernes terug moesten. Dat betekende een vervierdubbeling van de gevechtseenheden. Wat soldaten betreft dan toch. Voor het depot van de 4de legerdivisie was het nu werken geblazen, want deze soldaten moesten allemaal uitgerust en bewapend worden zodat ze klaar waren voor de strijd.
Vooralsnog maakten de soldaten zich weinig zorgen. Ze verwachtten dat ze naar de grens zouden worden gestuurd om daar ostentatief de wacht op te trekken en zodoende te onderstrepen dat België een neutraal land was, waarvan het grondgebied onschendbaar was. Dat was bij de Frans-Duitse oorlog in 1870 ook gebeurd.

De jongeman stond er nog niet bij stil terwijl hij op de repetities van de fanfare in Beverlo dapper meeblies op zijn klaroen en ook nog noten leerde lezen. Maar toch ! De muzikale vaardigheden die hij toen aanleerde, zouden zijn leven fundamenteel beïnvloeden. Ook en vooral in zijn leven als militair.
Huybrechts werd – zoals zoveel boerenzonen - naar de infanterie gestuurd en meer bepaald naar het 10de Linieregiment. Dat had een deel van zijn soldaten in Aarlen maar het grootste deel was gekazerneerd in vesting Namen. Daar hadden zijn chefs al snel begrepen dat hij had meer in zijn mars had dan domweg met een geweer zeulen. Hij kon hen uitstekend van dienst zijn. Na zijn opleiding werd hij aangesteld tot “Clairon” vanaf 1 januari 1914.
De eerste stappen in het leger
In 1909 werd Jozef verlost uit de Don Bosco-school in Luik. Hij was daar nooit gelukkig geweest en had er veel geweend, bekende hij in een interview op hoge leeftijd. Maar – ondanks de deprimerende sfeer - leerde hij wel een en ander. En dan vooral Frans. Die taalkennis was van essentieel belang voor ieder die in België kans wilde maken op een beter leven. Maar Jozef wilde vooral naar huis, naar Beverlo.
In datzelfde gelukkige jaar van de terugkeer naar zijn Limburgse heimat, stemde het parlement een nieuwe militiewet ...
1914-1918, de “verplichte tewerkstelling”
Niet alleen soldaten werden opgeroepen en van huis en haard weggevoerd om pas vele jaren later weer terug te keren. Als ze al terugkeerden!? In het bezette land viel dat lot ook ten deel aan veel jongemannen. De Duitse bezetter had mankracht nodig en eiste die botweg op. Ook in ons dorp viel dat lot ten deel aan een tiental jonge kerels.
Onze Paalse historicus Luc Vandeweyer geeft donderdag 24 november 2016 een lezing over de grote wegvoeringen van 100 jaar geleden in cultuurcentrum Het Loo (Vismarkt, Tessenderlo). Alle details hieronder !
Tientallen jaren lang – van 1923 tot na de tweede Wereldoorlog – kreeg de Paalse jeugd te maken met meester Huybrechts. Bij de oudere generaties op de Buiting leeft hij nog in de herinnering. Ook omwille van zijn verdiensten als sociaal werker is Jozef Huybrechts bekend gebleven. Hij was immers niet alleen onderwijzer, maar stuwende kracht in veel verenigingen.
We hebben dus heel wat te danken aan deze ‘aangewaaide’ dorpsgenoot.
Jozef Huybrechts was op 1 februari 1893 geboren in Montegnée, een voorstad van Luik, wellicht omdat zijn ouders behoorden tot de talrijke Limburgers die om den brode tijdelijk naar het Luikse industriegebied waren afgezakt. Zijn vader heette Benoit en zijn moeder Marie Clémentine Van Lommel. Ze keerden terug naar Beverlo zo gauw het kon en leefden hun leven op een boerderij. Er was nog geen wettelijke leerplicht ingevoerd, maar veel jongens leerden in de dorpsschooltjes toch al rekenen, lezen en schrijven. Jozef viel op want hij was een uitstekende leerling.

11 november komt er aan, een moment om onze oud-strijders en gesneuvelden van beide wereldoorlogen te herdenken. Op onze tentoonstelling rond de Groote Oorlog, vorig jaar in OC De Buiting, werden onze slachtoffers uit WO1 op een paneel met een foto en korte toelichting weer onder de aandacht gebracht, enkele oud-strijders zoals J. Bosmans en L. Lucas kregen een uitgebreid paneel met hun verhaal.
In de parochiekerk St.-Jan worden deze panelen vanaf 11 november gedurende een tiental dagen opnieuw tentoongesteld. U bent van harte welkom om een bezoekje aan onze gerenoveerde parochiekerk te combineren met een groet aan onze gesneuvelden van de eerste wereldoorlog.
Spelen is gevaarlijk !

In de vorige aflevering lazen we hoe de Duitsers de algemene schoolplicht invoerden. Inentingen tegen pokken werden verplicht. De bezetter leek wel nobele bedoelingen te hebben !
Al snel volgde de ontnuchtering: kinderen werden liefst van straat gehouden, leden honger en allerlei verboden en geboden volgden. Kinderen leken wel gevaarlijk ! Uit bijgaande affiches blijkt dat ouders werden aangemaand hun kinderen niet alleen op straat te laten, ‘gevaarlijk speelgoed’ als bogen, katapulten en andere werpspeeltuigen werd verboden, zelfs een papieren ‘vlieger’ oplaten mocht niet meer omdat het telefoon- en telegrafieverkeer kon verstoord worden.
Schoolplicht en gezondheidszorg in de Groote Oorlog
We moeten helaas zeggen dat de Belgische wetgeving op sociaal vlak echt achterlijk was, vergeleken bij de wetgeving in andere Europese landen. Kinderarbeid, vroegtijdig schoolverlaten, lage lonen… waren schering en inslag in België, één van de rijkste landen van Europa.

Naar school in de oorlog
Zeker in de plattelandsgemeenten gaan in 1914 nog niet alle kinderen naar school. De geletterdheid van de bevolking is zeer laag: velen kunnen enkel hun naam spellen en een eenvoudige rekensom maken.
(jongensschool Paal 1911, deze en andere oude en zeer oude schoolfoto's vind je op de facebookgroep 'Paal vroeger')
DUIVEN in de groote oorlog
Duiven hebben een fantastische eigenschap: om het even waar je ze los laat, ze vinden steeds de weg terug naar hun til. Daar kun je geld op verwedden! En zo ontstond de duivensport. In Paal en in elke Limburgse gemeente waren enkele honderden duivenliefhebbers dag in dag uit bezig met hun diertjes te vertroetelen (vaak met ruzie in het huishouden tot gevolg). Op zaterdag werden ze dan ingezet op een prijskamp. Bij haar thuiskomst had de duif de keuze tussen het groot lot en de pot…
Deze eigenschappen hadden ook de militairen al snel begrepen: reeds honderden jaren geleden gebruikten de legers mobiele duiventillen om geheime berichten te versturen.
Kamp Beverloo, een Belgisch militair duivenstation

Vorige maand brachten we het eerste deel van de Herdenkingsavond 'Paal in de Groote Oorlog'. Afgaande op de bezoekerscijfers van de website konden nogal wat Palenaren deze gefilmde registratie smaken. Tijd dus om het tweede deel op u los te laten ! Vorige week presenteerden we al in een aparte aflevering de lezing van Luc Vandeweyer over de hongerwinter van 1915. Vandaag krijgt u niet alleen het verhaal van de eerste wereldoorlog in ons dorp door André Luyten ( zie ook aflevering 23 in onze reeks), maar ook de muzikale omkadering van het tweede deel van deze avond door onze eigen Harmonie Hoop in de Toekomst samen met Zangkoor Zonnedauw. Veel luister- en kijkplezier !
Terwijl wij eind januari 2016 met z'n allen ons uiterste best doen om de overtollige kilo's, opgedaan tijdens de schranspartijen en recepties van de voorbije weken, weer kwijt te raken, zagen onze dorpsgenoten honderd jaar geleden niet alleen witte, maar vooral ook zwarte sneeuw ...
Historicus Luc Vandeweyer bracht op onze herdenkingsavond van 10 november 2015 uitgebreid verslag over de hongerwinter die de Belgen eind 1915 te wachten stond. De opeisingen en plunderingen van de Duitsers kwamen al snel na de opeisingen door ons eigen Belgische leger en deden de relatieve welstand in onze contreien pijlsnel verdwijnen. Bekijk en beluister nog eens zijn boeiend en exclusief verhaal voor paalonline !
De werkgroep Paal in de Groote Oorlog ontving onderstaand bericht over een interessant initiatief in Tessenderlo:
Tessenderlo wil 800 van de 600.000 beeldjes kleien waarmee in 2018 een enorm herdenkingsmonument WOI gemaakt wordt.
Koen Vanmechelen | vzw Kunst
CWxRM | Coming World Remember Me
Zaterdag 16, zondag 17 januari 2016
14.00 - 15.00 - 16.00 uur € 5
Maak jij één van de 800 beelden voor een enorm herdenkingsmonument voor WOI ?
Een kerst- en nieuwjaarscadeautje van Paalonline, voor hen die wel naar de avond hadden willen komen, maar door omstandigheden niet konden, voor hen die geen kaarten meer konden bemachtigen, en natuurlijk ook voor de aanwezigen die de avond zo geweldig vonden dat ze hem graag nog eens willen beleven: we starten met het 1ste deel.

HONDEN IN DE GROOTE OORLOG
Voor 1914 zijn dieren onmisbaar voor de economie. Ze vormen nog altijd de belangrijkste trekkracht, ze dienen als transportmiddel en als rijdier. De lastdieren bieden kostbare hulp in de landbouw. Dieren hebben hun vaste plaats in vele huizen en zijn een trouwe vriend in het dagelijkse leven.
Wanneer de Groote Oorlog uitbreekt, wordt niet alleen de mens maar ook het dier gemobiliseerd. Niet alleen tienduizenden paarden, maar evenveel honden en duiven.
In 1913 richt het Belgisch leger de eerste militaire kennels op. De mastiff, een typisch Belgisch hondenras, lijkt de perfecte kenmerken te hebben om in het leger te dienen: sterk, kalm, doorzetter… op speciaal ontworpen karren trekken zij een mitrailleur, een munitiekist. Een hondenspan kan per dag een even grote afstand afleggen als een paard.
The Return of 'Het Korenmenneke'

In aflevering 16 berichtten wij al over het optreden van het ‘Korenmenneke’ in Paal. Pastoor Vlecken beschreef in zijn verslag over de eerste wereldoorlog hoe deze Duitse controleur de Paalse boeren het leven zuur maakte. In het bijzonder werd de familie Vandevenne in Geenhout geviseerd. Bij een controle kwam het tot een handgemeen, waarna twee broers en een zus, na hun veroordeling, weggevoerd werden naar Duitsland.
Op de herdenkingsavond overliep André Luyten de oorlogshandelingen in ons dorp. Ruime aandacht kreeg het incident met het Korenmenneke en de familie Vandevenne, en dit keer ook zoals het in de familie van generatie op generatie werd verder verteld. Hier volgt het verhaal van de mondelinge overlevering !
In de aanloop naar 11.11.2015 : gedenk de Steen

Misschien is het u opgevallen bij het passeren van de Steen, het monument voor onze gesneuvelden uit beide wereldoorlogen: hij wordt op dit moment door de gemeentelijke onderhoudsdienst gerestaureerd. Een kleine aansporing van onze kant was nodig, want ook onze Herdenkingsavond op 10 november zit er aan te komen. Een monument in verval zou niet getuigen van veel respect voor onze gesneuvelden, en zij staan toch centraal in onze tentoonstelling die volgt op de herdenkingsavond.
Voor deze rubriek is de restauratie in ieder geval een goede gelegenheid om de geschiedenis van het monument nog eens onder de aandacht te brengen, want in deze blok arduin schuilt metaforisch niet alleen het bloed van onze oorlogsslachtoffers, maar ook het zweet en de tranen van onze oud-strijders en dorpsgenoten na de wereldoorlog …
Het monument werd in 1923 in het midden van het dorpsplein opgebouwd in arduin en plechtig ingehuldigd op 10 mei van dat jaar. Als je nu even stil staat voor de imposante steen, laat niets nog vermoeden dat ruzie, tweespalt en financiële problemen zijn oprichting lang in de weg stonden ...
Jozef Bosmans (vierde van links) werd geboren in Beringen op 18 juli 1886. Hij woonde in de Kerkstraat in Paal.
Hij was een stevige bonk, 1.80 m groot en slachter van beroep. In 1906 werd hij opgeroepen als loteling.
Na zijn militaire dienst treedt hij als vrijwilliger in bij de rijkswacht en zo wordt hij vanaf 1 augustus 1914 ingelijfd bij het leger als ruiter-verkenner.
"Doorheen gans Vlaanderen ben ik steeds op post geweest. Moeielijke en gevaarlijke zendingen zijn mij ter beurt gevallen."
Als beschermingsdienst achter het leger in aftocht, was hij een der laatsten van gans het Belgisch leger om de IJzer over te steken. Hij moet een echte ijzervreter geweest zijn, want tijdens de slag om de IJzer was het zijn opdracht : "als gendarme de soldaten ... opzoeken, tegenhouden en terug de loopgraven rond Diksmuiden inbrengen."
Een nieuwe preekstoel
Vergeleken met de omliggende dorpen Schaffen, Lummen en Beringen bleef de gemeente Paal bij het uitbreken van WO1 relatief gespaard van het ergste oorlogsgeweld. Er was natuurlijk de schokkende executie van Frans Claes op 17.8.14, het eerste en gelukkig enige burgerslachtoffer, gevolgd door de brandstichting in café ’t Haantje op 18.8.14.
Het oorlogsgevaar neemt toe
Op zaterdag 1 augustus is het oorlogsgevaar nog groter geworden. Voor soldaat Carremans heeft dat ingrijpende gevolgen:
"Onze koffers moeten op het bureel, mogen niets mede nemen in onze ransel, moeten in oorlogstenue vergaderen op de koer. Krijgen 120 kardoezen. Onze zakken van den kapot worden geopend."
Vooral het feit dat er scherpe munitie – de 'kardoezen' - werd uitgedeeld in de kazerne zelf in plaats van op de schietstand, zal de soldaten duidelijk hebben gemaakt dat de toestand ernstig was.