Tja, het was natuurlijk behelpen, maar we kunnen er ons een snelle boodschap bij inbeelden. Het is een ochtend in de lente, een beetje fris aan de ogen, de boerin staat om zes uur op om de koeien te melken die sinds veertien dagen weer in de wei lopen. Ze schuifelt nog slaapdronken met het ‘möllekstulke’ (melkkrukje) en de emmer in de hand door het bedauwde gras naar Bella, want die staat het dichtstbij. Greta en Wies en de anderen zullen wel komen als ze het geluid van het siepsappen horen. Bella ruikt lekker naar mest en vers geploegde akkers. De boerin graait haar in de malse uier, masseert de demen, ze spant de melkemmer tussen de knieën en daar komt die vertrouwde melodie: siep sap … siep sap. De warme straal
melk spat gezapig op de bodem van de emmer. Greta spitst de oren.
Tussen de benen van de boerin vult zich de emmer, maar spant zich ook haar blaas. Het geluid van het siepsappen zet organen in beweging. De emmer is halfvol, maar het water van de boerin blaast alarm. De boerin stijgt van haar melkkruk, neemt de emmer en gaat de wachtende Greta voorbij. De emmer staat tegen een struik met 'poezekes' (katjes van de wilg). Greta snuift, haar demen staan gespannen, waar is de boerin ?
Achter de struik met poezekes speelt zich een wonderlijk tafereel af. Kledingstukken worden geheven en verschoven, maar meer ook niet. Vlakbij in de wei laat Greta een boer en zeikt ondertussen onbeschroomd een krachtige dikke straal in het malse gras. Niemand heeft wat gehoord of gezien, de boerin heeft de emmer alweer in de hand en giet de lauwe melk in de melkkruik. “Kom Greta,” grijnst ze, zelfvoldaan. Achter de struik met katjes heeft de dichteres snel een gedicht geschreven.
|
Snelzèker Moe ès den tèèd da gè zoe werm |
![]() |
Snelle slip Waar is de tijd dat jij zo warm |
Melken (klanknabootsing, kindertaal) fig. niet opschieten
Een ‘snelzèker’ is een woord dat nog meer tot de verbeelding spreekt. Wat moeten wij ons daar in ’s hemelsnaam bij voorstellen ? Een slip die tot de verbeelding spreekt ?
Aanmelden voor RSS Feed
Jongeren kunnen zich nog maar met moeite voorstellen wat het is om je aan een toestel als een spinnewiel te prikken, of ze moeten grootgebracht zijn met het sprookje van Doornroosje. Dit lieve kind had bij haar geboorte de voorspelling meegekregen dat ze zich op haar vijftiende aan zo'n spoel zou prikken en sterven.