Deze website gebruikt cookies

Deze website gebruikt zoals de meeste website cookies om uw bezoek zo aangenaam mogelijk te maken. Wij respecteren hierbij uw privacy maximaal. Indien u verder gaat naar de website staat u de plaatsing van cookies toe. Meer info over ons cookiebeleid - klik hier. -

15 september 2015

Paal in de Groote Oorlog (21) : Jozef Bosmans, van frontsoldaat tot dorpsfiguur

bosmansJozef Bosmans (vierde van links) werd geboren in Beringen op 18 juli 1886. Hij woonde in de Kerkstraat in Paal.
Hij was een stevige bonk, 1.80 m groot en slachter van beroep. In 1906 werd hij opgeroepen als loteling.
Na zijn militaire dienst treedt hij als vrijwilliger in bij de rijkswacht en zo wordt hij vanaf 1 augustus 1914 ingelijfd bij het leger als ruiter-verkenner.
"Doorheen gans Vlaanderen ben ik steeds op post geweest. Moeielijke en gevaarlijke zendingen zijn mij ter beurt gevallen."  

Als beschermingsdienst achter het leger in aftocht, was hij een der laatsten van gans het Belgisch leger om de IJzer over te steken. Hij moet een echte ijzervreter geweest zijn, want tijdens de slag om de IJzer was het zijn opdracht :  "als gendarme de soldaten ... opzoeken, tegenhouden en terug de loopgraven rond Diksmuiden inbrengen."


Op 29 januari 1916 werd hij zwaar gewond aan een brug in Ramskapelle. Hij was er postoverste en moest zowel overdag als 's nachts de schildwachten bezoeken om na te gaan of ze wel degelijk op hun post stonden.
De officier van dienst vermeldt in zijn verslag:
"Vandaag rond 14.30u hebben de Duitsers de brug en de omgeving van de Pelican gebombardeerd. Wachtmeester Bosmans Joseph, chef van deze post, is zwaar gekwetst geworden aan de voorarm en aan de rug toen hij de wachtpost op de brug ging inspecteren... wachtmeester Michielsens, hoewel ook gekwetst, heeft zich ter hulp begeven van zijn chef en heeft van een koelbloedigheid en bewonderenswaardige moed getuigd. Hij heeft de tegenwoordigheid van geest gehad om een koord vast te binden rond de pols van Bosmans, om het bloeden te stoppen.
Chef-wachtmeester Bosmans is met spoed overgebracht naar het hospitaal l'Océan in De Panne, waar hij een amputatie ondergaan heeft van de hand en de rechter voorarm. Hij maakt deel uit van mijn peloton sinds het begin van de campagne. Hij heeft altijd getuigd van de mooiste militaire kwaliteiten; zijn durf en zijn toewijding hebben mij ertoe gebracht hem een zeer hoge achting toe te kennen."
Jozef Bosmans blijft vijf maanden in het hospitaal: dan is hij hersteld van zijn amputatie. Hij treedt terug in dienst achter het front: onder meer bij de bewaking van Belgische spoorwegen in Frankrijk. Op 1 april 1924 wordt hij met pensioen gestuurd. Hij krijgt een invaliditeit van 100%.

Het tragische is dat hij zijn hele leven lang geprobeerd heeft zijn status als held te vergroten. Hij is dan ook zwaar beledigd door het niet toekennen van het vuurkruis (dat voorbehouden was voor soldaten die effectief, tot het einde van de oorlog, achter het front dienden). Wel krijgt hij het oorlogskruis met palm, het IJzerkruis, vier frontstrepen...   Hij schrijft brieven aan de legerleiding, de minister van landsverdediging, zelfs aan de koning, bij wie hij klaagt dat een dorpsgenoot wel het vuurkruis gekregen heeft...
Als voorzitter van plaatselijke en regionale oud-strijdersverenigingen, heeft hij zich de rest van zijn leven altijd het lot aangetrokken van Paalse miliciens.

Op de foto Jozef Bosmans bij zijn huldiging ontvangen door burgemeester Hermans,  links van hem Warke Janssens,  rechts meester Louis Verboven.

hbvl   bosmans2
Laatst aangepast op 14 oktober 2015