Deze website gebruikt cookies

Deze website gebruikt zoals de meeste website cookies om uw bezoek zo aangenaam mogelijk te maken. Wij respecteren hierbij uw privacy maximaal. Indien u verder gaat naar de website staat u de plaatsing van cookies toe. Meer info over ons cookiebeleid - klik hier. -

15 april 2015

Paal in de Groote Oorlog (16) : Württembergse dragonders en het Korenmenneke !

Regelmatig kwamen Duitse troepen ons dorp 'bezoeken'. De meisjesschool aan de Diestsesteenweg werd dan ontruimd,  de zusters beschikten immers over een stal, een schuur en een grote weide, maar ook de jongensschool (het oude gemeentehuis in het centrum) werd dikwijls opgeëist.  De officieren sliepen in de burgerhuizen.  Alternatieve klaslokalen werden eveneens bij de inwoners van het centrum gezocht:  het huis van Mariën in de kerkstraat, de kapelanij, het huis van Polydoor Theunis op de Verkesmet deden dan dienst als leslokaal.

 

In februari 1917 werd een  eskadron “Württembergse Dragonders"  9 weken lang in Paal ingekwartierd. Ze kwamen uit Roemenië dat zich in december 1916 overgegeven had. Ze kregen een rustperiode achter het front en tegelijk leerden ze nieuwe wapentechnieken aan. Vanaf de zomer 1917 werden ze ingezet aan het Westfront.  Ze waren met ongeveer 25 soldaten, zonder de officieren: immers, ze eisten 35 dekens en 25 strozakken, verder  2 fornuizen en een snijmachine, alsook  voor 1.000fr hout en 900fr steenkool.  Die soldaten moeten wel serieus kou gehad hebben in Roemenië!

Het commando werd ondergebracht in het kasteeltje van voormalig burgemeester de Quebedo.  In het kasteeltje werd regelmatig  een feestje gegeven voor de officieren en als vanzelfsprekend de wijnkelder aangesproken, blijkbaar tot groot verdriet van de voormalige kolonel de Quebedo,  zie het verslag van pastoor Vlecken.  Hoe objectief zijn het pastoorsverslag en de ‘volksmond’?  Dat 300 flessen wijn voor een edele heer een “zeer beperkte hoeveelheid” zijn: daar kunnen we zeker inkomen. 

 
opvordering 
 

Tijdens de bezetting werden aan de gemeente speciale belastingen opgelegd om de troepen te onderhouden: canadabomen voor constructies, notenbomen voor geweerkolven, paarden en zelfs honden als trekdieren... Voor de minste administratieve nalatigheid kreeg het gemeentebestuur een fikse geldboete.

Voor het eerst in de Belgische geschiedenis mochten de boeren niet zomaar hun producten vrij verkopen. Ze moesten een percentage van de oogst leveren, tegen een vastgestelde prijs: aardappelen, koren, haver, boter, stro en hooi ... deze producten werden door het Voedselcomité tegen vooroorlogse prijzen verkocht aan de bevolking. Ook varkens, kalveren en runderen werden opgeëist.


De Duitsers stuurden , nog voor de oogst rijp was, controleurs om de opbrengst te schatten en ervoor te zorgen dat de boeren niets achterhielden. In Paal werd zo'n lastpost 'het korenmenneke' genoemd, misschien geïnspireerd op het korenmannetje uit de volksverhalen, een oud mannetje dat kinderen pakte als ze het koren inliepen om bloemen te plukken.

bekendmaking

 

Pastoor Vlecken bericht in het verslag dat hij in 1919 opstelde voor zijn bisschop over zo'n incident:

"Op 11 januari 1918 was de Duitsche graanopzoeker bij de familie Vandevenne, op de zoldering gegaan en vond er eene mand met wol. Hierover kwam twist en de Pruis vloog Vandevenne Louis naar de keel en wierp hem neer. De broeder Leonard en de zuster Caroline snellen bij, de zoldering op en weldra ligt de Pruis onder en krijgt een pak slagen.
Rond 4 ure van dezelfden dag worden de 3 hier reeds genoemden door de gendarmen naar Hasselt gebracht. Ook werd meegevoerd de gansche veestapel, al het hooi, strooi, graan, het paard en het liggende geld, te samen voor de som van 25.000 franken. Het doodvonnis werd uitgesproken tegen Louis en Caroline Vandevenne, doch in levenslange dwangarbeid veranderd. Vandevenne Leonard werd gestraft voor 12 jaren dwangarbeid. Zij werden weggevoerd naar Duitschland, doch hebben geen reden tot klagen gehad: na den wapenstilstand zijn zij teruggekomen.
't Is niet nauwkeurig bekend tot hoeveel boeten de inwoners veroordeeld zijn geworden wegens 't leveren van graan, aardappelen, boter enz.; volgens schatting der gemeenteoverheid zou 't wel 70.000 franken kunnen zijn - arme menschen werden wel gestraft voor 50 of 60 franken boete voor tekort levering van boter die zij niet hadden.
Aardappelen en graan werden in zulke hoeveelheden in beslag genomen dat 2 tot 3 maanden voor den oogst de boeren zelf dikwijls niets meer hadden; de kleinere menschen waren nog al meer te beklagen.
Bij den wel edelen heer de Quebedo is men 300 flesschen wijn komen opeischen en hiervoor is hem nog geen 300 frank betaald geworden. Deze ouderling had slechts eene zeer beperkte hoeveelheid wijn, zoo dat hem weinig overbleef, wat den goeden man zeer bedroefde."

  

Paalonline spitte voor u de geuren en kleuren van bovenstaand verhaal vanonder het ijzerzandgesteente in Geenhout: de familie Vandevenne, wie waren ze, waar woonden ze, wie zijn hun nazaten ? Welke nachtmerries heeft het korenmenneke aan die bewuste dag overgehouden? Op de herdenkingsavond van 10 november 2015, georganiseerd in het OC De Buiting komt u er alles over te weten ! André Luyten, Cyril Rubens en Luc Vandeweyer brengen u in hun sappigste Buitings de petite histoire van de Groote Oorlog in ons bloedeigenste dorp. Noteer hem alvast in uw agenda:
10 november 2015 = herdenkingsavond WO1 in Paal met opening tentoonstelling over de Groote Oorlog !

Laatst aangepast op 15 juni 2015