In het gezin van Henri Vandevenne was er namelijk nog een vierde kind: Maria, geboren te Paal op 19 januari 1876. Ze was op 20 april 1912 gehuwd met Theofiel Verboven, stichter en eerste voorzitter van de Sint- Antoniusgilde van Geenhout. Ook zij hebben deze vreselijke momenten meegemaakt. Met veel doorzettingsvermogen hebben ze de boerderij weer uitgebouwd, ze kregen vier kinderen: Frans, Gerard, Marieke en Leonard. Frans overleed op 3-jarige leeftijd op 16 november 1918 aan de Spaanse griep. Gerard verhuisde later naar de Wolfstraat in Geenhout. Marieke huwde met Jef Huygens, de molenaar, en Nar huwde met Julia Aerts. Dit laatste koppel woonde in het stamhuis van de Vandevennes en kreeg vier zonen: Phil, Jef, Gerard en Stefan. Deze vier wonen nog steeds in Geenhout, broederlijk naast elkaar op een boogscheut van het vroegere stamhuis en vertellen het verhaal zoals zij dit verschillende keren gehoord hebben van hun grootvader Theofiel en vader Leonard.

De boerderij van de familie Verboven, zoals een paar jaar geleden geregistreerd door Google Streetview. Ondertussen is de boerderij afgebroken, ze stond op de hoek van de Meldertsesteenweg en de Dalenbergstraat. Hier woonde in de eerste wereldoorlog de familie Vandevenne, Geenhout nr 15
De familie Vandevenne was het pesten en gekoeieneer van het Korenmenneke beu en had een snood plan in elkaar gestoken: ze wilden het Korenmenneke van het leven beroven. Op de schelft (bergplaats boven de stal voor hooi, stro, koren … n.v.d.r.) hing de strop al aan een balk en op de koer stond een kar klaar, gevuld met stro. De bedoeling was om hem in de weilanden aan de Zwarte Beek spoorloos te laten verdwijnen. Bij het volgende bezoek zou het plan uitgevoerd worden.

En op 11 januari 1918 kregen ze bezoek van het Korenmenneke. Hij kroop ,zoals altijd, de ladder op naar de schelft. Bij het handgemeen ,dat daar ontstond, begreep hij wat de Vandevennes met hem van plan waren. Hij kon zich losrukken en vluchtte in allerijl langs het zoldervenstertje naar buiten en kon zo ontsnappen. In zijn val bleef hij met zijn klikken en klakken achter nagels hangen die daar in de muur waren geslagen en scheurde zo zijn kleren nog. De Vandevennes zagen hun plan in duigen vallen. In de namiddag werden ze opgepakt en in Hasselt opgesloten, veroordeeld en naar Duitsland overgebracht. Bij hun terugkeer leden ze alle drie aan een longontsteking. Dokter Vandergraesen uit Beringen kwam hen verzorgen.
Op 24 augustus 1919 trok de vredesstoet door de belangrijkste straten van Paal en Tervant, met niet minder dan 66 groepen en praalwagens. De wagen die het meest opviel en het grootste succes kende was deze van ‘het Korenmenneke’.
