Er werden in de tuin tabaksplanten gezaaid, maar dat was wel illegaal. In de herfst werden de blaren op de wasdraad gedroogd. Dat waren grote bladeren, de vorm van mosterdplanten. Wanneer ze na een paar dagen helemaal gedroogd waren, gingen de rokers naar Lowieke Moons in de Kerkstraat, de vader van meester Moons. Die had een tabaksmachine in mekaar gestoken. De tabaksbladeren werden geperst en dan fijn gesneden door Lowieke, mits betaling. Zo konden de rokers aan voldoende tabak geraken, soms werd er ook rabarber-, kastanje- of lindebladeren in vermengd. Als het maar gerookt kon worden ! Om je een idee te geven van de prijsevolutie:
In 1940 kostte een kilo tabak nog 20 fr, in 1942 kon de prijs al oplopen tot 350 fr !
Het aantal tabaksplanten moest op de gemeente aangegeven worden, maar dit werd door niemand gedaan en controle gebeurde ook niet.


Anno 2020 is tabak een verguisde plant, maar tot de jaren 70 was dat even anders. Zeker in tijden van schaarste en rantsoenering waren tabak en afgeleide producten een hoogst begeerd genotsmiddel.