Dit beterde wel na de capitulatie van Frankrijk. Elza leerde als klein meisje lopen in Frankrijk, op 1 juni werd de kleine René geboren. Dat was een hele belevenis in het kleine dorpje. De burgemeester was peter en de vroedvrouw Ivonne was de meter bij de aangifte. Heel de dorpsgemeenschap heeft toen haar goed hart laten zien: de burgers brachten kleren, eten en een beddeke voor baby René. De familiale verstandhouding is gebleven. Na de thuiskomst was er regelmatig schriftelijk contact met de burgemeester en de vroedvrouw. Julien Ceunen vertaalde de brieven…
Kaart: France_map_Lambert-93_with_regions_and_departments-occupation.svg Van '40 tot '42 was het Zuiden van Frankrijk 'onbezet' gebied, onder bestuur van het collaborerende Vichy regime.
Rechts: Frans en Stefanie bij hun huwelijk
In de winter van 1942 kreeg de familie Aerts vreemd bezoek. Een ‘gast’ van Geel was in Paal verdwaald geraakt. Toevallig kwam hij zich aanmelden bij de familie. Vader Frans was niet thuis en moeder was erg verschrikt door dit vreemd bezoek. Ze ging dadelijk hulp vragen bij hun gebuur, Leon Huysmans. Die kwam direct en ook garde Reynders werd erbij geroepen. Die nam de vreemdeling mee naar het gemeentehuis. Daar kreeg hij eten en mocht hij 1 nacht slapen in het prison. ’s Anderendaags werd hij terug overgebracht naar de instelling in Geel.
Tijdens de oorlog heeft het gezin geen honger geleden. Vader had een grote tuin met een kippenhok en achter het huis lag een veld waar ze koren en aardappelen oogstten. Ze hadden ook goede geburen. Bij Regine Alenteyns konden ze melk gaan halen en ze voorzag hen ook van eieren.
Bij Coleta Bervoets gingen ze botermelk halen en boter kochten ze bij Elodie Deprez. Vader zette de smokkelaars die met de tram meereden onder druk en verplichtte hen telkens een beetje smokkelwaar af te staan, anders zou hij ze overdragen. Je moet niet sterk zijn maar pienter, zo bracht hij geregeld koren en boter mee naar huis.
Ze hadden in de achterbouw een oven om zelf brood te bakken. ‘s Vrijdags was het bakdag voor het talrijke gezin. Het koren lieten ze malen in de windmolen van Jef Huygens op de Totenberg.
De ouders van Stefanie waren landbouwers op Tervant, daar kregen ze meel en aardappelen en groenten. Op de school in Paal kregen de kinderen vitamines en melk om te versterken.
Wanneer de merchandisetram met een kolenwagon voorbijreed, gooiden kameraden van vader grote brokken steenkool van de wagon. Vader ging die oprapen en zo kon hij het huis verwarmen tijdens de oorlog.
Op een zondag ging moeder Stefanie te voet naar de mis in de parochiekerk. Toen ze terug thuis kwam zat een Duitse soldaat in het huis. De deur stond immers dag en nacht open voor iedereen. Hij sprak moeder aan: ze moest geen schrik hebben, hij had ook een vrouw en kinderen en wilde graag naar huis. Dan kwam het eruit dat hij grote honger had. Stefanie smeerde een paar boterhammen, hij was tevreden en verdween spoorloos.
Ook de vijand bleek een mens zoals u en ik.

Frans en Stefanie bij hun gouden bruiloft, onder: hun talrijk nageslacht bij de ontvangst op het gemeentehuis

Vorige aflevering brachten we het relaas van de neergestorte Messerschmitt in het veld naast de familie Aerts-Thys. Nu het hele oorlogsverhaal, Elza vertelt… Op 10 mei 1940 woonde dit jonge gezin op de Klitsberg 13 in Paal.