Onwil? De Spaanse successieoorlog speelde ook mee. Laten we het gemakshalve maar wijten aan de oorlogsomstandigheden dat de oprichting van een parochie Paal zoveel voeten in de aarde had.
Die van de Buiting gaven het echter niet op: koste wat het wil zouden zij deze keer hun slag thuis halen!
Omstreeks mei 1705, toen het oorlogsgeweld hier wat luwde, stelden ze in Paal opnieuw een nota op van wel 72 bladzijden om aan te geven hoe ze de financies in Paal op orde zouden kunnen krijgen en vooral hoe ze de pastoorswedde zouden betalen.
Die van de Buiting bleven altijd terug komen op hun eis om een eigen parochie op te richten, tot vervelens toe bleven ze altijd maar op dezelfde nagel kloppen bij de vicaris-generaal. Roken ze de overwinning?
Alvorens een definitieve beslissing te treffen, meende de vicaris-generaal nog een aantal punten te moeten bespreken met zijn assessoren. Hij maakte zijn vragen en bemerkingen vooral van financiële aard, over aan Paal. Hoopte hij dat Paal, waar hoofdzakelijk straatarme keuterboerkes woonden, zo noodgedwongen zou capituleren?
Feit is dat de Buiting over heel de lijn de vicaris-generaal zijn goesting gaf. De pastoorswedde zou betaald worden met de opbrengst van onroerende goederen. Daarbovenop was er een zekere Pieter Soogen die zich borg stelde met zijn onroerend vermogen en met 200 gulden uit zijn roerend vermogen.
De parochie Paal werd vervolgens precies in kaart gebracht en afgelijnd nl. heel de Buiting met de verschillende gehuchten tot aan de beek in ’t Berings broek.
Er werd ten slotte ook afgesproken dat een nieuwe kerk zou gebouwd, zodra de nieuwe parochie officieel erkend was. De vicaris-generaal polste nogmaals zijn assessoren, als een volleerde pilatus. De assessoren vonden de oprichting van een nieuwe parochie Paal uiteindelijk “redelijk en gewettigd”.
Maar… de Buiting moest wel blijven bijdragen in het onderhoud van de moederkerk van de stad Beringen.
De nieuwe pastoor zou voor de 1e keer door de bisschop van Luik of zijn vicaris-generaal benoemd worden. Daarna mochten de vier burgemeester van de Buiting de pastoor verkiezen.
Dit advies van de assessoren werd door de Vicaris-Generaal overgemaakt aan de Bisschop in het buitenland op 16 juni 1708.
De Bisschop vaardigde een decreet uit dat begon als volgt: “Jozef Clemens, door de gratie Gods aartsbisschop en keurvorst van Keulen, bisschop en prins van Luik, Regensburg en Hildesheim, hertog van Beieren en Bouillon, markgraaf van Franchimont, graaf van Loon, Hoorn…” decreteerde dat de nieuwe parochie Paal , volgens de overeengekomen voorwaarden, mocht worden opgericht. Tot eerste pastoor werd E.H. Jan Notelaers benoemd, een geboren en getogen… Palenaar.
Dat waren nog eens tijden!
André Luyten (wordt vervolgd)