Hoe hij als Palenaar het klaar speelde om pastoor benoemd te worden in Paal door de prinsbisschop van Luik, zonder dat de pastoor en de parochianen van Beringen argwaan hadden t.o.v. zijn persoon is tot nu toe niet beschreven.
Wel is er een declaratie daterend van 23 maart 1700 afgeleverd door pastoor Driessens van Beringen en door de “heren van het koor” (kerkfabriek) van Beringen die je zou kunnen beschouwen als een bewijs van goed gedrag. Deze declaratie was evenwel opgesteld juist voor de aanvraag van de Buiting om een afzonderlijke parochie te mogen oprichten. Werd dat document later voorgelegd aan de vicaris-generaal om pastoor te kunnen worden in Paal?
Feit is dat Notelaers in Beringen met “ruzie” is opgestapt om zich in Paal te komen vestigen. Dit blijkt uit een register in Beringen waarin beschreven staat dat hij “discessit cum scandalo 24 junii 1708”.
Jan Notelaers had in Paal ook een broer nl. Willem Notelaers. Toen hij terug thuis kwam na zijn legerdienst in 1701 werd hij door de burgemeesters van de Buiting tot schoolmeester en koster aangesteld. De Pastoor van Beringen was hiervan niet op de hoogte. Ondanks hevig protest van de pastoor van Beringen bleef Willem Notelaers zijn functies in Paal uitoefenen.
Zoals verder zal blijken was Willem Notelaers een van de belangrijkste aanvoerders van het volk van de Buiting in de finale van hun strijd voor een eigen parochie.
Wacht maar, de strijd is nog niet gestreden!
André Luyten (wordt vervolgd)

