Deze website gebruikt cookies

Deze website gebruikt zoals de meeste website cookies om uw bezoek zo aangenaam mogelijk te maken. Wij respecteren hierbij uw privacy maximaal. Indien u verder gaat naar de website staat u de plaatsing van cookies toe. Meer info over ons cookiebeleid - klik hier. -

24 september 2014

Deel 12: De Paaldervoort: een Rode Zee voor de Palenaren

Op 13 maart 1702 kwam een commissie, afgevaardigd door de Vikaris-Generaal van Luik, de toestand ter plaatse onderzoeken. De inwoners van Paal beweerden immers dat de kerk van Beringen voor hen dikwijls onbereikbaar was door overstromingen of gesloten stadspoorten, die van Beringen beweerden het tegendeel.

De Paaldervoort (nu Zwarte Beek): een Rode Zee voor de Palenaren !

Na hun tocht door Paal onderzocht de onderzoekscommissie ook nog de staat van de wallen van Beringen.

Zij stelden vast dat deze in goede staat waren en de facto moeilijk inneembaar. Ook de 3 houten poorten waren intact. De portier getuigde dat hij altijd klaar zat, ook ’s nachts, om de poort te openen wanneer er iemand aanklopte.

Het verslag van de onderzoekscommissie eindigde met de vaststelling dat de wegen erg slijkerig waren en doorploegd. Het was niet alleen regenseizoen maar er was ook regelmatig transport van troepen met karren en allerlei oorlogstuig omdat de Spaanse successieoorlog nog steeds woedde in onze streek.

De leden van de onderzoekscommissie gingen na het volbrengen van hun onderzoekstaken nog even kijken naar de kerk van Beringen. Daarna werden ze ontvangen op de pastorij om even uit te rusten en eens goed te eten. Zouden dergelijke praktijken helpen?

Nu moest normaal de vicaris-generaal van het prinsbisdom Luik beslissen.

Waren ze in Beringen gerust in de uitslag?  Ge moet het niet geloven!

Feit is dat “de magistraat” van Beringen onmiddellijk na het vertrek van de onderzoekscommissie een smeekschrift indiende bij de vicaris-generaal om geen gehoor te geven aan de aanvraag van Paal omdat ze niet gesteund werd door heel Beringen en omdat het verslag van de onderzoekscommissie Beringen totaal in het gelijk stelde. Een en ander werd in Beringen nogmaals schriftelijk in de verf gezet nadat men het verslag officieel ontvangen had.

Die van de Buiting lieten zich echter niet doen.

Er werd een document van wel 48 bladzijden opgesteld waarin Paal probeerde aan te tonen dat het verslag van de onderzoekscommissie niet Beringen maar wel Paal in het gelijk stelde. Bij dat document werden allerlei getuigenissen en vaststellingen gevoegd om te bewijzen dat het soms quasi onmogelijk was om vanuit Paal in Beringen te geraken niet door fileproblemen zoals nu, maar door ernstige wateroverlast.

Zo werd een beeld opgehangen van overstroomde weilanden, van voetgangers uit Schaffen, uit Kwaadmechelen en elders die door de overstromingen tussen Paal en Beringen onverrichterzake moesten terugkeren of die kousen en schoenen moesten uitdoen om door het water te waden. Sommigen moesten op handen en voeten over eikenstronken kruipen omdat het levensgevaarlijk was door het water te gaan.

Priesters, paters en lekebroeders, burgemeesters van Paal en ook vrouwen werden in het regenseizoen met de kar over de overstroomde oevers gezet. Paal had in die tijd duidelijk behoefte aan een soort “mozes” die het water kon bedwingen, om de gelovigen door de wateren van de Paaldervoort (Zwarte Beek) naar Beringen te leiden.

Wat er ook van zij, in Paal deed men z’n best om alle narigheid die te maken had met een verplaatsing naar Beringen zo veel mogelijk op te kloppen, terwijl men in Beringen alle ongemak voor de Palenaren maximaal bleef minimaliseren.

Toch kwam het einde van een eeuwenlange strijd voor een eigen parochie langzaam maar zeker in zicht…

André Luyten

(wordt vervolgd)