Reda wordt geboren op 1 oktober 1973 in Cairo, de hoofdstad van Egypte. Reda is de zoon van een meubelmaker en een telg van een oude Koptische familie.

De Kopten zijn Egyptische christenen waarvan de roots bijna 2000 jaar teruggaan. In 312 werd het christendom toegestaan in het Romeinse Rijk en Egypte maakte sinds 323 deel uit van het oostelijk gebied van het Romeinse Rijk. Die rijke traditie staat sinds de islamisering van Egypte sterk onder druk en al eeuwen zijn er spanningen tussen moslims en christenen in Egypte.

Reda is diepgelovig en voelt zich niet goed met die botsingen in zijn land. God is er voor iedereen. Reda begrijpt dan ook niet waarom moslims en christenen niet of moeilijk kunnen samenleven.

De Koptische gemeenschap ligt zwaar onder druk en geregeld zijn er pesterijen en worden kerken in brand gestoken. ’s Avonds is het niet veilig voor Reda en zijn familie om op straat te lopen. Veel christenen willen dan ook weg uit Egypte, ook Reda.

Zijn vader behoort tot de middenklasse in Egypte en Reda kan gaan studeren. Met een diploma van boekhouder verlaat hij de hogeschool na twee jaar. Cairo is veel te druk, veel te lawaaierig voor Reda en hij besluit naar Europa te vertrekken. Een gedeelte van zijn familie woont immers al in Europa.

Eerst trekt hij voor enkele maanden naar Oostenrijk, later komt hij in het Nederlandse Eindhoven terecht. Daar woont een grote gemeenschap van Koptische christenen en hij heeft er familie wonen. Later verhuist hij naar België waar hij aan de slag kan in een meubelfabriek in Mol. Tegelijkertijd werkt hij bij in de horeca. Veel van zijn lotgenoten hebben immers shoarma zaken in België en Nederland. Ook hij droomt ervan een eigen zaak te beginnen.

Uiteindelijk opent hij zijn eigen restaurant in Meerhout. Het ondernemersbloed van pa zit ook in zijn genen en hij droomt nu van een tweede zaak. En zo komt hij in Paal terecht. De locatie is zorgvuldig uitgekozen. Hij had eerder al zijn oog laten vallen op Hasselt of enkele andere plaatsen. Hij ging op onderzoek uit en bij zijn rondvraag in Paal zag hij dat de mensen hier wel heel vriendelijk waren. Het feit dat er een verschillende goed draaiende cafés zijn in het dorp was een extra troef.

Net als in Meerhout krijgt het restaurant de naam ‘Santa Maria’. Het is een bewuste keuze om zijn geloof in Maria en Jezus te onderstrepen. Binnenin hangt dan ook een groot portret van Jezus. Elke ochtend luistert hij naar Koptische gezangen en is er tijd voor een gebed. Ook gaat hij minstens eenmaal per week naar de Koptische kerk in Eindhoven. Reda is onertussen getrouwd  met een Egyptische en zij willen binnenkort naar Paal verhuizen.

Reda is getroffen door de rust en de vriendelijkheid van ons dorp. Terug naar Egypte wil hij niet. Uiteraard mist hij zijn familie maar eenmaal per jaar gaat hij terug naar Cairo om zijn moeder, drie zussen en broer te bezoeken. Zijn vader is ondertussen overleden en de zaak is overgenomen door zijn broer die naast het meubelbedrijf ook nog een klein taxibedrijf runt.

De Egyptische revolutie heeft Reda op de voet gevolgd. Maar het is nog veel te vroeg om victorie te kraaien. Hij is er niet gerust is dat Egypte democratischer gaat worden. Hij vreest het ergste als er een moslimstaat zoals in Iran zou komen. De toekomst zal het uitwijzen.

Ondertussen geniet Reda van de rust in Limburg. Het eten in Santa Maria is dan wel niet 100% Egyptisch maar pizza’s, shoarma’s en grillschotels zijn toch een essentieel onderdeel van de internationale Egyptische keuken. Met zijn brede glimlach bedient Reda de klanten. Vriendelijkheid is zijn hoogste prioriteit. Jezus heeft dat zo gewild, besluit Reda. We moeten goed zijn voor iedereen en God is er voor iedereen.

Tekst en foto: Hans Put

Deze keer krijgt u twee foto’s. Reda vond het ontzettend moeilijk om te kiezen tussen de foto met Jezus op de achtergrond ofwel de foto aan het spit. En omdat het zijn verjaardag is, publiceren we ze allebei.