Reeds bij hun eerste doortocht, op 18 augustus 1914, nemen ze een aantal dieren en voedsel in beslag. Bijvoorbeeld: bij

               Ackx Eduard                                     Rijssel                  1 paard                              waarde 2000 fr

               Vandeweyer Constant                   Rijssel                   verschillige zaken             waarde 147 fr

               Diepvens Frans                               Meelberg            kalf, paard, kar, hooi, stro waarde: 1889 fr

Vandeneynde Felix                       Dorp                       broden, boter, varkensvlees, 10 flessen bier  waarde 22.50 fr

               Wils Leonard                                   Pael St                 paard, kar, hooi               waarde 2000 fr

               Clerckx Louis                                   Pael St                 wishout                waarde 70 fr

Bij Ernest Vandergraesen tanken ze zelfs voor 2 fr benzine zonder te betalen!

Op 27 september 1914, kermiszondag,  wordt Beringen in brand gestoken. 38 huizen branden volledig uit. Gelukkig is de bevolking tijdig weggevlucht. Toch valt er één slachtoffer, Leopold Heeren. Op dezelfde dag trekken dezelfde opgehitste Duitse troepen door Paal. Vooral het centrum moet het ontgelden: ze plunderen winkels  (Gerard Vreys - waarde 600 fr), stelen twee fietsen, bij Felix Verboven en Hendrik Keusters (waarde 200 fr en 150 fr) en bij Leopold Convents de voorraad wijnen en likeur (waarde 364 fr)…

In de loop van de oorlog worden niet alleen individuen, maar ook het gemeentebestuur onderworpen aan leveringen en opeisingen allerlei. In januari 1915 moet de gemeente Paal een levering doen, wellicht van bomen, met een waarde van 13759 fr.

Ook Wilhelmina Aumann moet op 5 dec 1917 5 canadabomen leveren met een waarde van 750 fr

Op 19 september 1918, wanneer de oorlog op zijn einde loopt, worden in gans Limburg alle grote honden aangeslagen met een schofthoogte van 40 cm en meer. In Paal zijn dat 33 dieren. Hun gemiddelde waarde varieert tussen 25 fr en 50 fr. Nochtans vraagt Felix Verboven 300 fr schade voor zijn hond. Hij laat zelfs speciaal optekenen: deze hond van 35 mark is door de Duitsche Feldgendarmen teruggehaald met belofte dat zijnen hond zoude weergezonden worden…

Ze worden als het ware gedeporteerd naar het front, waar ze ingezet worden als trekdieren.

Het is duidelijk een wanhoopspoging van de Duitse legerleiding, die - bij gebrek aan paarden - honden inzet voor het vervoer van artillerie en van goederen. Nog geen twee maanden later wordt de wapenstilstand gesloten. Het is niet duidelijk hoeveel honden hun verblijf aan het front overleefd hebben…

De totale som van de ‘vijandelijke requisities’ in Paal loopt op tot 32692 frank. Misschien waren sommige eisen toch wat overdreven, want de werkelijk uitbetaalde som bedraagt slechts 27912 frank. Toch nog een aanzienlijk bedrag, wanneer we uitgaan van een ‘daghuur’ van 2 fr voor een ongeschoolde arbeider, of 2.5 à 3 fr voor een vakman (schrijnwerker, smid…)