Deze website gebruikt cookies

Deze website gebruikt zoals de meeste website cookies om uw bezoek zo aangenaam mogelijk te maken. Wij respecteren hierbij uw privacy maximaal. Indien u verder gaat naar de website staat u de plaatsing van cookies toe. Meer info over ons cookiebeleid - klik hier. -

9 september 2024

Toespraak 6 september Irene Brigade

Geachte aanwezigen,

Mijn naam is Tim, pelotonscommandant van het zwarewapenspeloton van de B-Eagle-compagnie van het 17 pantserinfanteriebataljon garde regiment prinses Irene. Het is mij een genoegen u iets te vertellen over de bijdrage van de Koninklijke Brigade Prinses Irene bij de bevrijding van Beringen. 

De Irene Brigade komt begin augustus 1944 aan land in Normandië. Bij aankomst wordt de eenheid direct onder bevel geplaatst van de Britse 6e Airborn Divisie samen met de Belgische eerste brigade ‘Piron’. Amper 2 dagen na aankomst in Normandië nemen de Irene mannen stellingen over ter hoogte van het Chateau St. Come. De sector waarin dit gebeurt heeft de bijnaam “Hell fire corner” en is een directe verwijzing naar de onophoudelijke mortierbeschietingen die de mannen te verduren krijgen. In de eerste dag vallen er 13 slachtoffers en in de 2e nacht valt het eerste dodelijke slachtoffer Wachtmeester Lammers, componist van de Irenemars. Al met al een roerig begin, in haar bijdrage in de bevrijding van Europa.

Eind augustus komt de Irene brigade onder bevel te staan van de Britse 5e parabrigade. Onder deze eenheid verlaat de brigade de stellingen bij Chateau St. Come en begint aan de daadwerkelijke opmars richting België en Nederland. Via onder andere Pont Audemer en Rouen bereiken de Irene mannen de grens met België ter hoogte van Doornik (Tournai).

Commandant van de Irene Brigade, De Ruyter van Steveninck wil graag dat de Irene Brigade als eerste voet op eigen bodem kan zetten. Om dit te realiseren kregen de Irene mannen opdracht zich te melden in Diest en werden ze onder bevel gesteld van de Britse Garde Panterdivisie. Onderwijl had de Belgische brigade ‘Piron’ Brussel bereikt. Vanuit hier rukte de Irene Brigade verder op richting het Albertkanaal ter hoogte van Beringen.

Bijna alle bruggen over het Albertkanaal waren door de Duitsers vernietigd. De bruggen die nog in takt waren werden zwaar beveiligd door SS-keurtroepen. De brug bij Beringen was niet helemaal vernietigd, zodat infanteristen onder dekkingsvuur van de Britse Garde Pantserdivisie een oversteek konden maken. De Britten hadden met zes tanks de brug bij verrassing ingenomen en stonden verspreid over de straat met munitie, maar zonder benzine niet in staat verder op te rukken. Hierdoor moest er snel een bruggenhoofd worden uitgebouwd.

Een bruggenhoofd is een tijdelijke verdediging die er op gericht was de Duitsers de mogelijkheid te ontzeggen de brug weer in handen te krijgen.

De Irene Brigade had opdracht gekregen het terrein in Westelijke richting te zuiveren tot aan de kleine beek. In de tussentijd werden er noodreparaties uitgevoerd aan de brug, zodat er weer zware voertuigen overheen konden. Dit terwijl de Duitsers onverminderd probeerde met tegenaanvallen de brug alsnog volledig te vernietigen. Na de succesvolle herstelling van de brug trekt de eenheid verder richting Beverlo en Leopoldsburg. De legerplaats van onze zustereenheid Brigade 5e linie. Waarmee we heden ten dagen nog steeds een sterke band onderhouden zoals de Brigade ‘Piron’ en Irene Brigade destijds naast elkaar een vrije weg richting eigen land hebben bevochten. Na de bevrijding van deze plaatsen is het voor de Irene mannen nog maar een korte weg tot aan de Nederlandse grens. Onder bevel van de Guards armoured Division neemt de Irene Brigade vervolgens deel aan de operatie die bekend is onder de code naam “Market-garden” en trekt het eindelijk eigen land binnen om mee te werken aan de bevrijding van Nederland.

Laatst aangepast op 10 september 2024
Log in om reacties te plaatsen