In het memorandum van 24 oktober 2012 vroeg de denktank van paalonline dat de ontwikkeling van het plattelandsgebied in Beringen (Beverlo, Koersel en Paal) zou veilig gesteld worden.

De aandacht voor de plattelandsontwikkeling in het buitengebied (alles behalve het kleinstedelijk gebied) moet structureel worden verankerd binnen de diensten van de gemeentelijke administratie en binnen het gemeentebestuur.

Concreet stelde de denktank van paalonline voor:

-          dat er in het toekomstig college van Burgemeester en schepenen een lid specifieke bevoegdheden zou krijgen op het gebied van een geïntegreerde dorps- en plattelandsontwikkeling.

-          dat er in de gemeentelijke administratie naast een verantwoordelijke voor stadsontwikkeling, een deskundige verantwoordelijke voor dorps- en plattelandsontwikkeling zou worden aangesteld.

Deze voorstellen werden gedaan in 2012.

Sindsdien is er veel veranderd in onze leefomgeving, vooral op vlak van klimaat, mobiliteit en vergrijzing van de bevolking zijn nieuwe inzichten gerijpt.

Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) werd in 2012 nog niet kritisch bevraagd laat staan hertekend. De voorstellen van de denktank moeten dan ook beoordeeld worden binnen het beleidskader van toen.

In het nieuwe beleidsplan ruimte Vlaanderen (BRV) dat op dit ogenblik wordt geconcretiseerd en uitgewerkt is het onderscheid stad en platteland niet langer weerhouden. Ook op het terrein is in onze streek (West-Limburg) het onderscheid tussen wat tot nu toe het kleinstedelijk gebied Beringen genoemd werd en een verstedelijkt dorp, zoals Paal bijvoorbeeld of Tessenderlo, grotendeels verdwenen.

De studie “Suburbane gebieden in de nevelstad Vlaanderen- het strokengebied-case Zolder” (sept.2013-augustus 2014) van Katrien Coenegrachts toont dit ook duidelijk aan.

Wat werd bereikt?

De coalitie SP.a-CD&V benoemde opnieuw Ann Cuypers tot schepen voor stadsontwikkeling en in het managementteam van Beringen bleef Peter Douven alleen verantwoordelijk voor stadsontwikkeling.

Voor de dorpen van Beringen werd structureel niets voorzien.

Het masterplan “Beringen 2040” betreft enkel 11 stadsvernieuwingsprojecten in Beringen-centrum.

De dorpen van Beringen werden niet opgenomen in deze planning.

Gelukkig komt er na 2018  een “herkansing”.

Zodra het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) concreet wordt uitgewerkt en in wetteksten wordt gegoten, moet ook de provinciale en de gemeentelijke  ruimtelijke planning opnieuw worden  afgesproken en goedgekeurd.

Een nieuw masterplan moet voor heel Beringen  worden opgemaakt waarin de ontwikkeling van heel het grondgebied wordt afgesproken.

Dit nieuwe gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zal niet alleen conform  het nieuwe BRV moeten zijn maar zal voor de gemeente Beringen ook als objectief moeten hebben de ontwikkeling van alle kernen, met hun eigen mogelijkheden, troeven en beperkingen.

Het spreekt voor zich dat dit nieuwe plan een grondige bijsturing vraagt van het plan dat nu voorligt niet alleen op vlak van ruimtelijke ordening in het algemeen maar evenzeer op vlak van woonbeleid bijvoorbeeld of winkelbeleid.

Dit is zowat de belangrijkste opgave voor het nieuwe bestuur van Beringen voor de periode 2019-2025.

Maar eerst is het aan de kiezer om te beslissen of hij of zij de verderzetting wil van de huidige centralistische ontwikkelingsvisie op Beringen dan wel dat hij of zij kiest voor de overstap naar een decentraal ontwikkelingsmodel.