Deze website gebruikt cookies

Deze website gebruikt zoals de meeste website cookies om uw bezoek zo aangenaam mogelijk te maken. Wij respecteren hierbij uw privacy maximaal. Indien u verder gaat naar de website staat u de plaatsing van cookies toe. Meer info over ons cookiebeleid - klik hier. -

17 november 2013

Column: Allerheiligen, wapenstilstand en huis Aumann!

De levenden eren hun doden dezer dagen. Herinneringen worden in gezins- en familiekring bovengehaald en over een dikke week worden de gesneuvelden van 14-18 in beperkte kring herdacht.

Beperkt…dat is natuurlijk relatief.

De belangstelling voor het verleden groeit, zegt men. De initiatieven rond de herdenking van WO I vanaf volgend jaar zijn niet meer te tellen. 

Ik las dat het toerisme in België volgend jaar “ boomt “ omwille van het feit dat WO I hier zoveel groeven trok in onze samenleving. Ga maar ‘ns naar de boekenbeurs.

Men zegt dat de groeiende belangstelling voor het verleden in onze geseculariseerde wereld een niet-religieuze manier is om het verband tussen de levenden en de doden te onderhouden. 

Geschiedenis, zo wordt gesteld, gaat over de liefde voor de medemens. Deze liefde houdt niet op bij de dood. Daarom moet de aandacht voor het verleden blijven bestaan en worden aangemoedigd. Nu het religieuze wereldbeeld aan zeggingskracht ernstig heeft ingeboet, is de belangstelling voor de geschiedenis voor een groeiende groep een soort herstel van het cont(r)act tussen de generaties. 

Paul Scheffer schrijft dat “het verlangen om de grens tussen leven en dood te relativeren, een seculiere uitweg heeft gevonden in een koestering van het verleden. Zonder God rest ons niets dan de geschiedenis.” 

En toch zijn mensen niet de gevangenen van hun herkomst of verleden. 

Al zijn we meer dan ooit vrij, de vrijheid heeft een context nodig.  Ieder van ons heeft behoefte aan een inbedding waarin hij opgroeit en zich kan ontplooien. De “navelloze mens” is nog niet voor morgen. Wij leven allemaal binnen bepaalde grenzen alhoewel we misschien kosmopolitisch denken. 

Wie zich bekommert om de plaatselijke gemeenschap wordt soms voor nostalgisch versleten of erger nog, als bekrompen aanzien door profeten van “the global village”. 

We moeten ons niet zozeer inspannen voor de onmiddellijke omgeving, onze naasten, de enge familie, onze straat, ons dorp. Ideaal gezien moeten we ons overal voor alles verantwoordelijk voelen. Theorie of praktijk? Dikwijls geeft dit ideaal ons de facto een alibi om nergens verantwoordelijkheid voor op te nemen. 

Prof. Anthony Appiak, hoogleraar aan Harvard, schrijft dat “wereldburger zijn betekent dat we, welke plaats we ook als woonplaats kiezen, we altijd moeten zorgen dat we die plaats beter achterlaten, dan we haar hebben aangetroffen”. 

Eva Hoffman, een Pools-Canadese schrijfster, ziet het zo: “Terwijl het kosmopolitisme zich vroeger te weer stelde tegen de bekrompenheid van het provincialisme en nationalisme, willen we het tegenwoordig laten dienen als tegengif tegen de oppervlakkigheid van het globalisme en het leven als sociale nomade. 

Ze ziet een nieuw verraad van de intellectuelen in de ontkenning van het verlangen naar een betekenisvolle hechting”. 

De vraag is: hoe kan een open samenleving vorm krijgen in een grenzeloze wereld? Binnen een bepaalde omgeving, een context, wordt het makkelijker. 

Nogal wat mensen in onze plaatselijke gemeenschap vereenzelvigen zich hier in meer of mindere mate mee. Zij nemen concrete verantwoordelijkheden op. 

Ik ben niet zeker dat pogingen die ondernomen worden om die verbondenheid met het lokale niveau te verruimen tot bredere sferen niet zullen resulteren in een vlucht vooruit, weg van een reële inzet en een concreet verantwoordelijkheidsgevoel. 

Het vervagen van grenzen en verbanden, het loslaten van hechtingen, het ridiculiseren van het erfgoed dat vorige generaties koesterden, leidt veelal tot een grotere inzet voor het dierbare eigenbelang ten koste van het opnemen van verantwoordelijkheid in de gemeenschap. 

Wie zei daar ook weer dat het gemakkelijker is liefde te betonen voor de Tartaren , dan wel te blijven geloven en zich in te zetten voor de eigen “naasten"? 

Gust Luyten

Laatst aangepast op 1 oktober 2014
Log in om reacties te plaatsen