Deze website gebruikt cookies

Deze website gebruikt zoals de meeste website cookies om uw bezoek zo aangenaam mogelijk te maken. Wij respecteren hierbij uw privacy maximaal. Indien u verder gaat naar de website staat u de plaatsing van cookies toe. Meer info over ons cookiebeleid - klik hier. -

25 mei 2016

Column: hoe groen was mijn dorp?

Het dorp van mijn jeugd zag er helemaal anders uit dan nu.
 
Zestig jaar geleden was Paal zoals alle dorpen van Vlaanderen één groene oase. De weiden en akkers liepen tot tegen het dorpscentrum. We gingen naar school langs hagen en heggen. In de dorpskom stonden overal nog bomen en struiken. Langs de grachtkanten bloeiden alle soorten veldbloemen. ’s Avonds kwaakten de kikkers in de kuilen (kaile) in de weiden en in de grachten. Overal in het struikgewas en op de grond maakten de vogels nesten. Leeuweriken en kwikstaartjes begeleidden ons naar school. Langs de grote kasseisteenweg door Paal stonden statige eiken vol leven, van vogels en insecten. De “koeievlaaien”  en paardenstronten lagen overal in de modderstraten en op de wegen.  ’s Nachts bewaakten de kerkuilen heel de dorpskom.
Ik zou er een boek kunnen over schrijven hoe schoon ons dorp toen was, hoe groen, hoe bucolisch, hoe landelijk.
 
Maar zoals Wim Sonneveld al zong, dit dorp van toen, het is voorbij. Al wat blijft zijn wat foto’s en herinneringen. Die mooie herinneringen pakken ze je natuurlijk nooit af maar de natuurlijke biotoop waarin de jeugd van toen opgroeide, is wel grotendeels verdwenen.
 
De klok terug draaien gaat niet. Liefst niet trouwens want de “nieuwe tijd” bracht vooral veel verbeteringen voor de gewone man: een relatieve welstand, kansen op onderwijs en ontwikkeling voor iedereen, een goede gezondheidszorg, degelijke huisvesting enz. kortom alle verworvenheden van de moderne welvaartstaat vielen de gewone dorpeling ten deel.
 
Paal evolueerde van uitgesproken landbouwdorp, over een mijnwerkersgemeente, naar een modern slaapdorp op ongeveer 70 jaar.
 
De broodakkers van toen werden industrieparken, ambachtszones, winkelcentra en uitgebreide sociale woonwijken.
 
Paal groeide en groeit zienderogen: snel of te snel, je mag kiezen. De oorzaken zijn complex. Twee triggers springen er uit: er is vooreerst de gunstige ligging langs verkeersaders en relatief dichtbij het station van Diest van waaruit je naar de belangrijke groeipolen van Vlaanderen kan sporen.
 
Er is echter ook het feit dat bij de opmaak van de gewestplannen begin de jaren ’70 aan Paal een ruime woonzone werd toegekend. We schreven vroeger al dat dit in wezen gevolg was van het feit dat Paal, als boerendorp vele gehuchten telde, verspreid over het hele grondgebied van het dorp.
 
Paal heeft dus een uitgebreide woonzone, een industriële ruggengraat met tewerkstellingskansen dichtbij huis om “u” tegen te zeggen, up to date scholen, een ruim winkelaanbod en een bloeiende horeca. Kortom Paal, als dorpsgemeenschap, bezit troeven om ook in de toekomst een interessante leef- en woongemeenschap te kunnen blijven...mits een aantal bijsturingen en correcties.
 
De ruimtelijke ontwikkeling gaat op dit ogenblik bijzonder snel en zonder veel planning. Vooral de huizen- en appartementsbouw is onstuitbaar. Paal verstedelijkt ruimtelijk meer en sneller dan de ons omringende dorpen. Een globale toekomstvisie op het ruimtegebruik in Paal ontbreekt echter.
 
Daarom dringt een grondige bezinning over een aantal evoluties zich op.
 
Daar waar de ontwikkeling van Beringen-centrum gestuurd wordt door het beleid, geïnspireerd door allerlei plannenmakers en gebaseerd wordt op studies allerhande, is er in Paal alleszins op papier geen neergeschreven visie, vanuit het beleid, op een optimale ruimtelijke ontwikkeling van het dorp en op het behoud en het vergroten van de leefbaarheid voor de inwoners.
 
Een van de knelpunten waarover dringend visie moet ontwikkeld worden is het behoud van voldoende groene elementen en openbare ruimtes in een snel verdichtend en verstedelijkend bouwweefsel in Paal.
 
Kunnen we hiervoor inspiratie vinden in andere dorpen of gemeenten?
 
Zeer zeker!
 
Neem nu Geel, een bloeiend stadje in de Kempen met een landelijk verleden, eveneens snelgroeiend qua aantal inwoners, ook vlakbij de E313 zoals Paal, met diverse aantrekkelijke industrieparken, alle voorzieningen en interessante winkelcomplexen.
 
In het kader van de gedeeltelijke herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ontwikkelt Geel nu een globale toekomstvisie zowel voor de stad als voor de dorpen.
 
Zuinig ruimtegebruik, duurzaamheid en het behoud van waardevolle open ruimten zijn belangrijke speerpunten voor het te voeren beleid in Geel. De snelle groei mag de bestaande kwaliteiten van Geel en haar dorpen niet aantasten maar integendeel versterken, zo wordt gesteld.
 
De vragen die in het herzieningsproces aan bod komen zijn: hoe kunnen we Geel en de dorpen aantrekkelijk houden in de toekomst? Hoe kunnen we waardevolle openbare ruimten beschermen?
 
Deze bezinning werd en wordt georganiseerd samen met de bevolking. Er werd gekozen voor een zogenaamd “open plan proces” waarbij inwoners en ondernemers actief betrokken worden om zo een breed draagvlak te kunnen bouwen voor ingrijpende veranderingen. Focusgroepen van inwoners, leden van de adviesraden en van de gemeenteraad brachten in 2015 advies uit. De belangrijkste lijnen die werden uitgezet waren:
- Uitbreiden van het netwerk van trage wegen;
- Bescherming van waardevolle open ruimten;
- Versterken van het handelscentrum;
- Verbeteren van de verkeerscirculatie in Geel-centrum
- Groei op maat van de stad en de dorpen, niet te snel!
 
Met behulp van externe experts en lokale mensen werden groepen samengesteld die een visie op de toekomst ontwikkelen. Dit resulteerde uiteindelijk in een groot debat voor alle inwoners van Geel in 2015.
 
Zo kwam men uiteindelijk tot een toekomstvisie voor heel Geel, die er samengevat als volgt uitziet:
 
1. Gaan voor kwalitatieve groei
2. Beschermen van de waardevolle open ruimten
3. Werken aan kernversterking
4. Opzoeken van functiecombinaties
5. Vernieuwende woonprojecten realiseren
6. Versterken van publieke ruimten
7. Inzetten op trage wegen.
 
Het volledige proces moet in de loop van 2017 afgerond zijn.
 
Ik wil Paal niet gelijkstellen met Geel. Ieder dorp, iedere gemeente is verschillend, maar een aantal gelijkenissen zijn toch frappant.
 
En we kunnen duidelijk inspiratie vinden in Geel maar ook in andere dorpen en steden waar men eveneens tot de vaststelling kwam dat alleen inzetten op kwantitatieve inwonersgroei, zonder lange termijnvisie op duurzame dorpsontwikkeling, geen blijk geeft van een goed beleid.
 
Ontmoet jij beleidscellen en/of -makers in Beringen die met deze kwesties bezig zijn, daarover studiewerk verrichten of proberen visie te ontwikkelen?
 
Het zat niet in de meerjarenplanning, kan men zeggen. Het is de dooddoener van dienst.
 
Dit klopt, onder meer omdat de omgevingsanalyse waarop de planning gebaseerd werd, ondermaats was.
 
We zijn nu halfweg koers in de gemeentelijke legislatuur.
 
Hoogtijd dus voor de partijen om zich grondig voor te bereiden op de opmaak van nieuwe partijprogramma’s die, deze keer wel rekening houden met de snelle evoluties die we beleven en die nog voor de deur staan en die vooral mikken op de duurzame ontwikkeling van heel Beringen, niet alleen van het centrum maar ook en evenzeer van de dorpen.
 
Groencreatie en behoud van open ruimten, samen met openbare voorzieningen worden hoe langer hoe meer belangrijke elementen van duurzame dorpsontwikkeling.
 
Gust Luyten
 

Laatst aangepast op 26 mei 2016
Log in om reacties te plaatsen