Deze website gebruikt cookies

Deze website gebruikt zoals de meeste website cookies om uw bezoek zo aangenaam mogelijk te maken. Wij respecteren hierbij uw privacy maximaal. Indien u verder gaat naar de website staat u de plaatsing van cookies toe. Meer info over ons cookiebeleid - klik hier. -

14 mei 2015

Paal in de Groote Oorlog (17) : WIJ HEBBEN NOG NIETS TE KORT MAAR WEL OVERVLOED ...

We hebben het al enkele keren gehad over de voedselsituatie in Paal tijdens de Groote Oorlog. Ongetwijfeld hebben veel mensen honger geleden en, naar het einde van de oorlog, zelfs erge honger.  
Pastoor Vlecken schrijft daarover in zijn oorlogsverslag: 
"Aardappelen en graan werden in zulke hoeveelheden in beslag genomen dat 2 tot 3 maanden voor den oogst de boeren zelf dikwijls niets meer hadden; de kleinere menschen waren nog al meer te beklagen.
Bij den wel edelen heer de Quebedo is men 300 flesschen wijn komen opeischen en hiervoor is hem nog geen 300 frank betaald geworden. Deze ouderling had slechts eene zeer beperkte hoeveelheid wijn, zoo dat hem weinig overbleef, wat den goeden man zeer bedroefde."
Toch mogen we ons afvragen hoe objectief het pastoorsverslag is.

Het valt op dat hij wel erg uitweidt over den edelen heer de Quebedo, die 300 flessen wijn moet inleveren tegen één frank per fles, de helft van een normaal dagloon op dat ogenblik…

Andere bronnen tonen ons een meer genuanceerde zicht op het leven in Paal tijdens de Groote Oorlog. Na de oorlog bracht een Paalse soldaat enkele brieven terug mee die zijn broer naar hem geschreven had. Dit zijn uitzonderlijke en zeldzame documenten!

 Er was natuurlijk geen post toegelaten tussen het bezette België en het front: de brieven werden gezonden naar een adres in Nederland en van daar verder, onder de elektrische draadversperring door, via Engeland naar de bestemmeling aan het IJzerfront. Een brief versturen was echt gevaarlijk: daarom worden in de brieven geen plaatsnamen genoemd!

Natuurlijk schreef een boerenzoon niet elke dag een brief en is zijn stijl een beetje stroef. Maar de brieven zijn wel geschreven vanuit het gezichtspunt van een ‘arme’ Paalse boer…

OORLOG den 8 oktober 1917

Beminde zoon en broeder,

denkt niet dat wij het slecht maken alle maal nog op zijn beste alle nog in goede gezondheid en niets te kort van eten daar wij nochtans ook op ons grammen staan maar toch wij eten tot wij genoeg hebben … bijzonder voor de arme menschen daar alles te duur is en ook gebrek aan alles daar hier niets meer te krijgen is … nu wat de komèrs aangaat dat is ook schrikkelijk de beesten zijn zoo duur drachtige vaarzen en koeien tot 2000 duizend fr  varkens van 100 kilo tot 1500 à 1600 honderd frank en zoo is het met alles …de komèrs die bestaat tegenwoordig meest uit smokkelen want indien de wetten moesten gevolgd worden dan zou het zoo duur niet zijn nu wij moeten ook weer veel koren aan het komiteit leveren rond de twee duizend kilos en aardappelen rond de 8 duizend kilos dus kunt gij denken dat wij toch ook nog al fijn moeten zijn want als ze weten dat wij dat alles kunnen leveren en wij leveren niet dan worden wij hard gestraft, nu wij laten ons toch liever straffen als honger lijden nu dat hebben wij op dit oogenblik nog niet moeten doen …

OORLOG den 5 meij 1918

Nu beminde broeder veel bijzonder nieuws kan ik u ook niet schrijven het is hier ook altijd het zelfde … neen wij hebben nog niets te kort en zijn allen nog in goede gezondheid …het is toch ook een schrikkelijke duren tijd alles zoo duur en men voor geld geen waar meer krijgen of ook geen eten want zo veele loopen er tegenwoordig langs de deuren om een stuk brood of een aalmoes maar als wij ze een aalmoes toe rijken dan zeggen met geld kan ik niets doen

OORLOG den 10 september 1918

 Nu lieve broeder wij van onzen kant maken het ook alle nog goed wij zijn ook alle nog in goede gezondheid en hebben nog niets te kort maar wel overvloed want indien ik het u moet schrijven gelijk het is gij zoud het niet gelooven nu voor menschen gelijk wij is het zoo goed als het ooit geweest is want waar wij vroeger maar tien fr van hadden hebben wij er nu honderd …

 
Dit is het echte beeld van het leven in de dorpen tijdens de Groote Oorlog: de verschrikkelijke prijsstijgingen en het tekort aan voedsel hebben tot gevolg dat het voor de ene “zo goed als het nog nooit geweest is”, en dat anderen langs de boerderijen moeten gaan bedelen op zoek naar een stuk brood want “met geld kan ik toch niets doen”…

 

Nog een extraatje uit het werk "Kleine dorpen in de Groote Oorlog" van onze redacteur Cyril Rubens:  een merkwaardig voorbeeld van hoe communicatie met onze frontsoldaten verliep ! 
 VANOPPEN 1

Niemand lacht op deze familiefoto: toch wel erg ongewoon. Ook de compositie in ongewoon: een leegte in het midden van de foto…

Dit ‘portret’ werd eveneens via Holland naar Engeland gestuurd en tenslotte naar het front aan de IJzer. Met één grote vraag:

LEEFT HIJ NOG?

 

HOERA, onze zoon leeft nog!

De foto bereikte de zoon aan het front en die liet, tijdens een verlof, een portret nemen van zichzelf. De fotograaf had nog geen Photoshop ter beschikking, maar kon wel de zoon in de familiefoto plakken. OK, de foto stond nu in spiegelbeeld en de kwaliteit was niet meer dat, maar het belangrijkste: HIJ LEEFT! Jammer dat de fotograaf op dit beeld de familieleden niet kon doen lachen…

VANOPPEN 2
   
Laatst aangepast op 15 juni 2015