Deze website gebruikt cookies

Deze website gebruikt zoals de meeste website cookies om uw bezoek zo aangenaam mogelijk te maken. Wij respecteren hierbij uw privacy maximaal. Indien u verder gaat naar de website staat u de plaatsing van cookies toe. Meer info over ons cookiebeleid - klik hier. -

Buitingbeentjes (afl.3): Julia Vinnis Speciaal

In deze rubriek willen we twee vliegen in één klap slaan:  het dialect van Paal, het Buitings,  een beetje levendig houden én een overleden dorpsgenoot opnieuw in de kijker zetten,  omdat hij/zij het verdient,  of gewoon, zomaar,  omdat hij/zij ooit deel uitmaakte van onze gemeenschap.  We doen dat met een treffende uitspraak van de betrokkene,  of gewoon een gezegde dat op hem of haar van toepassing was.
Ken jij iemand die je opnieuw voor het licht van onze schijnwerper  wil halen,  liefst met een typerende quote ?  Stuur je voorstel,  graag met een bidprentje,  een korte biografie en wat foto’s, naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.  Wij zorgen voor het postume gloriemoment !   In deze aflevering drinken we er nog ene op:  Julia Vinnis,  aka Zjulia va Viennis aka Zjulia vanne Wiep !


"De teloorgang van het volkscafé",  het had een roman van Stijn Streuvels kunnen zijn, maar het is de kurkdroge realiteit in al onze dorpen.  Ook in Paal zijn haast alle volksbruine cafeetjes verdwenen.  Kroegen als 't Kroegske, bij Lisa, bij Willy, Rosse Keunen,  den Tup, Breugelhof, de Palma, Dennenhof, Emma van Haive, Bodaar, allemaal in 't dorp,  bij René, Florida, de Sleepvaart en Perceval in Tervant, bij Vens (Convents) in Meelberg, te veel om er geen te vergeten...   ze zijn ofwel geüpgraded naar moderne tavernes ofwel verdwenen.  Hier en daar blijft er nog een stam staan van een staminee of zingt een haantje op de heide,  maar de trend is duidelijk.  Cafés in de aard van "bij Julia" zijn onvoltooid maar vooral voltooid verleden tijd ...

  beluister hier de hagiografie van Julia in het Buitingse dialect:    

In het hartje van Geenhout, waar de Sint-Antoniusstraat en de Meldertsesteenweg geknoopt liggen, daar stond nog niet zo heel lang geleden een cafeetje. Menige would be Romeo spoedde zich daarheen voor het werk, na het werk of voor het slapengaan, met het excuus dat ze dorst hadden. Die kregen ze meestal ook wel als ze die nog niet hadden, want de Julia die hier achter de toog stond, hield haar hart gesloten en de tapkraan open.

Het verhaal van Julia Vinnis als wijd en zijd gekende cafébazin begint in 1939. Haar ouders, Nar Vinnis en Louisa Vandergraesen, baatten er tot dan een winkeltje uit. De logistieke problemen tijdens de mobilisatie en de toevloed van soldaten in het dorp deden hen besluiten om het zaken doen over een andere toog te gooien. Veel soldaten in de buurt betekende immers een andere klandizie en een nieuwe inkomstenbron: Nar pimpte het buurtwinkeltje om tot een café. Hij had immers een vrouw en drie dochters, wat wil je meer ?
Toch was het Julia die de bierkar zou trekken, haar twee zussen hadden immers al een beroepsbezigheid.
julia jong kleur 1cafévinnis

Na de oorlog vond ook de St.-Antoniusgilde van Geenhout een onderkomen in 't café van Nar Vinnis.
Ervoor zaten die boven op de Dalenberg, in het café van Michel Coels, maar dat was al verscheidene jaren afgebroken en tijdens de oorlog was de karabijngilde om begrijpelijke redenen op non actief gesteld.
Op het kleine driehoekige graspleintje, waar nu de glascontainer staat, was de schutterspaal (de wiep, omdat die net zoals het speeltuig, de wip, kon gekanteld worden tussen twee staken) opgesteld. De aanwezigheid van de gilde zorgde 's zondags voor een grote drukte, omdat ook andere gildes al eens op bezoek kwamen. Ze zou er tot 1973 blijven.

Achter 't café volstond voor de mannen meestal een urinoir, een klein pisbakje. Het eigenlijke toilet bevond zich, zoals dat vroeger gebruikelijk was in onze Kempische langgevelhoeves, naast het varkenshok. Het varken en de mens deelden de gezamenlijke beerput. Toen het varken de huur niet meer kon betalen voor het hok gebruikte Julia het als opslagplaats voor de drankbakken.

Julia bleef haar leven lang ongehuwd, misschien omdat ze genoeg mannen aan de toog had die hun ziel voor haar bloot legden. Biechtmoeder en patroonheilige der dorstigen in één, bleef ze haar stiel achter de toog trouw tot een paar jaren voor haar dood in 2016.
Met haar overlijden en de afbraak van het buurtcafé viel er een sappige kers van de Buitingse taart, die is voor altijd verloren.

Achter de dalen en bergen en de diepe straten van het vagevuur, ligt er een klein gehuchtje, net achter de hemelgrens. Ze hebben er geen hout meer, dat hadden ze nodig in de hel, maar wel een klein cafeetje, waar een goedlachse maar ook een wat eigenzinnige café-engel achter de hemelse tapkraan staat. Koffie kun je er nog altijd niet krijgen, dat is te veel gedoe voor haar, ook al tijdens haar leven. Ook nu spoort ze haar klanten nog aan om hun glas eens leeg te drinken. Business blijft business, je moet er toch van kunnen leven, ook in de hemel?

gezinVinnis

De achterbouw van onze Kempische langgevelhoeves bestond uit enkele bijgebouwtjes:  bv. het bakhuis,  het toilet en een varkenshok.
Hieronder het schilderachtige bijgebouwtje achter het café van Vinnis  (google street view, 2009),  en ter illustratie een andere combi van varkenshok/toilet/bakhuis ,  achter de hoeve Theunis aan de Tessenderlosesteenweg.
2009 2hoeveTheunis4

Ook onze huisschilderes J. de Q. liet ons een werkje na, duidelijk geïnspireerd op het varkenshok achter café bij  Julia:
"le lieux d'aisance",  (het gemak) ,  olieverf op doek, J.de Q. 
verkeskot

Laatst aangepast op 2 november 2025
Log in om reacties te plaatsen