Print deze pagina
25 oktober 2021

Inspiratiedag van de Vlaamse Vereniging voor dorpsbelangen.

Op 16 oktober jl. werd in Heffen (Mechelen) een inspiratiedag georganiseerd voor burgers geïnteresseerd in burgerparticipatie van dorpen binnen de context van steden en gemeenten.

Mechelen werd doelbewust gekozen omdat het bestuur in die stad al 20 jaar een concreet dorpenbeleid probeert vorm te geven.

Het stadsbestuur zet daar 3 fulltime consulenten en één participatieambtenaar voor in die de verschillende dorpsraden ondersteunen.

Ben Van Essen, adviseur van de Landelijke Vereniging Kleine Kernen in Nederland en bestuurslid bij het Samenwerkingsverband Burgerkracht Europa gaf een uiteenzetting over evoluties in Nederland op vlak van burgerparticipatie.

In het algemeen wil de Nederlandse Overheid dat de gemeentebesturen een grotere nadruk leggen op het betrekken van burgers bij plaatselijk beleid.

Ook de inwoners zelf in de dorpen willen meer en meer allerlei initiatieven nemen en op een aantal terreinen het heft  in eigen handen nemen via zgn. zelfsturende projecten.

Dat dit niet vanzelfsprekend is komt omdat gemeentebesturen en gemeenteraden soms node zowel macht als geld overdragen aan allerlei burgerinitiatieven.

Daar waar de dorpsraden in Nederland oorspronkelijk  vooral bezig waren met het representeren en adviseren van de gemeentebesturen, komt de klemtoon nu meer te liggen op zelfsturing en verbinding van burgers in een plaatselijke gemeenschap.

Het nationaal beleid in Nederland is er op gericht om de huidige verzorgingsstaat meer te laten evolueren naar een participatiesamenleving met minder “overheid” en meer burgerinitiatieven.

Dorpsraden halen in dit model niet langer hun legitimatie bij de gemeente  maar wel bij de lokale gemeenschap zelf.

Burgers kunnen in Nederland concrete initiatieven nemen om bepaalde publieke taken terug op te eisen in het kader van een zelfsturend dorp.

Wettelijk werd dit initiatiefrecht in Nederland verankerd in het zogenaamde “right to challenge”, een soort “uitdaagrecht”.

In Nederland kan een groep (georganiseerde) burgers bepaalde taken van de overheid overnemen als zij denkt dat ze die taken slimmer, goedkoper, anders, kortom beter kan  doen.

Op dit ogenblik  hebben 75 gemeentes het “right to challenge” ingevoerd.

Het gaat in de praktijk over zeer uiteenlopende initiatieven.

Doorgaans nemen de georganiseerde inwoners geen volledige taak van de overheid over maar wel delen ervan en combinaties van delen.

Voorbeelden zijn: het vergroenen en aangenamer maken van straten en pleinen en in het algemeen het kwaliteitsvol inrichten van de openbare ruimte, het verzorgen van maaltijdservice voor ouderen, het beheren van een gemeentelijk sportveld, het uitbaten van een ontmoetingscentrum of buurthuis, het organiseren van een “wensbusproject” om openbaar vervoer op maat te helpen organiseren enz.

Het “right to challenge” heeft voordelen zowel voor de dorpsbewoners als voor de gemeente.

Algemeen kan men stellen dat burgers via dergelijke initiatieven gelijkwaardige partners worden van de gemeente. De gemeente van haar kant  laat door het afstaan van  macht en geld zien dat ze echt ruimte wil geven aan maatschappelijke initiatieven.

Zo kunnen nieuwe samenwerkingsvormen ontstaan tussen de gemeente en een plaatselijke gemeenschap.

Uiteraard loopt dit participatieproces niet van een leien dakje. Verkozen politici die macht en geld afstaan aan geïnteresseerde, niet verkozen burgers, is niet vanzelfsprekend. Ook sommige gemeentebeambten blijken moeite te hebben met deze nieuwe evoluties op vlak van burgerparticipatie. Zelfsturende dorpen krijgen immers initiatiefrecht om terug publieke taken zelf op te nemen, gefinancierd door de gemeente.

De apathie, op dit ogenblik kenmerkend voor de houding van veel burgers ook tegenover de lokale politiek, wil men bestrijden door het creëren van gunstige omstandigheden voor echte burgerparticipatie.

Het is de bedoeling dat burgers zo meer zelf initiatief nemen en minder asociaal gedrag vertonen.

De overheid moet in deze gedachtegang minder dan nu met alles en nog wat bezig zijn.

Bepaalde deeltaken kunnen beter en efficiënter opgenomen worden door groepen burgers.

De lokale overheid kan zich zo, meer dan nu, toeleggen op de terreinen waar we de overheid echt nodig hebben, daar waar de burgers zelf geen grip op hebben nl. op de grote uitdagingen waar we vandaag voor staan.

Gust Luyten

afbeelding : https://www.righttochallenge.nl/ 

Laatst aangepast op 27 oktober 2021
Log in om reacties te plaatsen