Print deze pagina
20 januari 2013

Column: Wat komt bij Maurice Webers & co straks uit de toverhoed?

Dorpspolitiek en/of Stadspolitiek?

De verkiezingscomputers berekenden op 14 oktober drie even grote machtsblokken in de Stad Beringen. Sp.a, CD&V en uitdager N-VA pikten het gros van de zetels in. Elk tien zitjes. De rest moest tevreden zijn met de kruimels of werd zelfs helemaal verkruimeld. Tot grote vreugde van de enen en diepe ontgoocheling van de anderen. Twee van de drie, Sp.a en CD&V, sloegen de handen in elkaar en maakten een coalitieakkoord bekend. Vervolgens werd druk geacteerd in het Groot Berings Politiek Theater. Hoge woorden en hartenkreten, hele en halve waarheden werden rondgebazuind naar alle vier de windstreken van Beringen. Emoties laaiden hevig op. Frustraties zochten een uitweg in woord en beeld. Drama en pathos waren niet van de lucht. 

 

En toen werd het stil, op wat nijdig gekissebis in de coulissen na. Spannend voor de enen, heilzaam voor de anderen. Tandenknarsend voor sommigen. 

Nu  de emoties weggeëbd zijn kunnen we beter overgaan tot de orde van de dag: Hoe gaat Beringen bestuurd worden? Met welk programma? Met welke doelstellingen? Met welke prioriteiten? Met welke middelen ? En vooral ook met welke stijl? En o ja.. ook nog... met welke schepenen? 

Wat ons voornamelijk interesseert is dat de straks 45.000 inwoners van de derde grootste gemeente van Limburg “waar” voor hun stemmen krijgen en dat naar ze geluisterd wordt. 

Naar wie zal het toekomstig stadsbestuur het oor laten hangen?

Naar de grote groep van jonge mensen en jonge gezinnen, die werk willen, een betaalbare bouwgrond of -huis, een rustige en fietsvriendelijke woonomgeving met wat speelruimte voor de klein mannen en winkelcomfort in de onmiddellijke buurt? Meer moet dat niet zijn!

Naar de slagers, bakkers, kappers en kapsters, krantenverkopers, kruideniers, cafébazen,  koffie- en theehuizenuitbaters, massagesalons, advocaten, kinesisten, huisdokters, frituuruitbaters, restauranthouders, pralineverkopers, elektroverkopers, marktkramers en notarissen,  die allemaal beweren de drijvende krachten te zijn van het economisch weefsel van de stad Beringen en daaruit rechten puren op veel aandacht, niet teveel belastingen en veel parkeergelegenheid? Zo moeilijk kan dat toch niet zijn!

Naar de echte senioren, altijd op zoek om een maximum aan levenskwaliteit te puren uit het krap pensioen, steeds bezorgd om een goede woonst  te hebben voor de oude dag en een goede verzorging, liefst in een vertrouwde, aangename omgeving? Meer moet dat echt niet zijn!

Naar de nieuwe Belgen, die ook knokken voor een beter bestaan en die misschien wel willen ontsnappen aan  de beknelling van de cité's om de lucht en de ruimte te kunnen delen met de oude Belgen? Meer moet dat volgens hen niet zijn.

Naar de metsers, stukadoors, elektriciens, chauffagisten, tuinaanleggers, boomsnoeiers, aannemers, afbrekers, parketleggers en vloerders die met hun busjes, kranen, vrachtwagens, opleggers en aanhangwagens voor dag en dauw stoepen en straten bezetten, materiaal aan- en afvoeren en Beringen stilaan vol bouwen en die en daarmee een goed belegde boterham  verdienen. Minder mag dat zeker niet zijn!

Naar de bedrijfsleiders, accountants, consultants, marketeers en kaderleden, die  op de deur kloppen van de stad voor méér industriegrond, meer ambachtelijke zones, minder belastingen op drijfkracht en motoren, minder milieucontrole, minder administratieve paperasserij en méér vrijheid om te ondernemen. Meer moet dat heus niet zijn!

Naar de buurtbewoners van de vele bedrijven in onze gemeente, die een gezonde omgeving willen, geen geluidsoverlast, geen verkeershinder, geen permanent onveiligheidsgevoel, een bufferzone ter grootte van het zoniënwoud en proper water in de beek verder op. Meer hoeft dat waarlijk niet te zijn!

Naar de architecten, tijdelijke consortia en hun marketeers, bouwfirma's, grondontwikkelaars, vastgoedpromotoren, verkoop- en verhuurbedrijven, grootgrondbezitters, woonadviescentra, die in een zo kort mogelijke tijd een zo groot mogelijk "klein"stedelijk gebied uit de klei willen stampen met  een zo dicht mogelijke bebouwing, een nieuwe fabuleuze  microkosmos met maximale stedelijke voorzieningen per m². Beringen, mijn stad. Of Beringen hun stad? Meer mag dat altijd zijn!

Naar de verenigingen, die manmoedig de kop boven water houden, die pannenkoeken en wafels bakken om de clubeindjes aan mekaar te kunnen knopen en die elke dag weer opnieuw energiek de strijd aanbinden tegen “het platte scherm” en de luie zetel, de mensen uit hun huis lokken met petanquen, wandelen, schilderen, mozaïeken, acteren, knutselen, breien, praten, lezen, langlopen, gezellig zeveren, koken en bakken, kamperen, trainen en goalen maken, parkieten en kanarievogels tentoonstellen, computerlessen volgen en ...golfen?  Minder ondersteuning mag er echt niet zijn!

Naar de scholen, opleidingscentra, cursisten, ouderraden, leraars, schooldirecties, die het Berings jonge en soms oude volkje leren lezen, schrijven,  rekenen, onthouden, analyseren en computeren in liefst frisse, ruime en goed verluchte klaslokalen, gelegen in veilig bereikbare schoolomgevingen met niet  al te veel snoepwinkels in de buurt, liefst geen cola in de automaat en met fruit, véél fruit? Meer moet dat nu toch echt wel zijn!

Naar het stadspersoneel, dat in vast-, maar steeds meer in contractueel verband en in groten getale papieren uit de printer laat lopen, documenten afstempelt, plannen tekent, dossiers opmaakt, processen-verbaal uitschrijft, snelheidsovertreders op de bon zet, burenruzies beslecht, sociale minimumtrekkers vooruithelpt, graskanten knipt, het openbaar domein fatsoeneert, na de wekelijkse markt alles opruimt, het verkeer regelt, de Beringse belangen verdedigt te land, ter zee en in de lucht, de telefoon opneemt, vergunningen verleent, vuilzakken verkoopt, bladkorven rondbrengt en weer ophaalt, babbelbanken plaatst,  identiteitskaarten aflevert, het containerpark bemant en bewegwijzert, de nadarafsluiting zet bij de koers of bij grote volkstoeloop, dat belastingen int. Meer moet dat zeker niet zijn!

Naar de eenzame natuurliefhebber, die wegduikt in holle wegen, wilde ganzen in camouflagepak fotografeert vanuit de waterkant, geduldig vogels telt en turft in zijn tuin, mezenbollen hangt en nestkastjes timmert, die het zeldzame plantje koestert  en beveiligt tegen vertrappeling, als was het het hoogste goed, die latijnse namen van planten en struiken uit het hoofd kent, die giftige van eetbare paddenstoelen weet te onderscheiden en geniet van de oorverdovende rust en het waaien van de wind door de bomen. Meer moet dat natuurlijk toch niet zijn!

Naar de bezoeker, die fietsend doorheen stad en buitingen geniet van de kleine dingen, die aan zijn horizon voorbijtrekken en die tot zijn opperste verbazing niets blijken te kosten, buiten dan de moeite van het trappen op de pedalen. Naar de toerist, die verder kijkt dan het zwarte goud en die met stijgende verwondering  en nieuwsgierigheid de binnenkant van de buiting verkent.  Verder moet dat niet zijn!

Naar de blitse stedelingen, die houden van bling-bling en het snelle leven, de kortstondige opwinding, loungy luilekkeren in riante flats, funny shoppen in winkels van klatergoud, dicht op elkaar wonen zonder nog iemand echt te hoeven ontmoeten, zonder verplichtingen, ieder zijn eigen deurbel en alarminstallatie, de 4x4 warm en droog gestald en ...veel geld op de bankrekening of op de “poef”? Veel meer kan er toch niet zijn.

Naar de dorpelingen, die rustig naar de winkel fietsen, een babbeltje slaan met de warme bakker, ervoor zorgen dat hun huis er netjes bijligt, de haag knippen,  hun tuintje keurig omspitten en aanharken,  passanten groeten, een kaartje leggen en een pintje drinken, de kinderen of kleinkinderen van school halen en ondertussen gezonde lucht inademen. 

Meer moet dat niet zijn. Of toch...?

.... Zelfs de derde grootste stad van Limburg kan geen twee heren dienen. Er zal moeten gekozen worden. En kiezen is verliezen. Het is een heikele onderneming om tussen al de bomen van particuliere belangen nog  het algemeen belang van het bos te zien. Politiek is en blijft in onze democratie het verzoenen van vele belangen en “de kunst van de juiste keuzes te maken” vertrekkende vanuit een bepaalde visie op mens en maatschappij. 

Maurice Webers & Co zitten naar verluidt al enkele weken aan tafel.  De onderhandelaars kunnen uiteraard onmogelijk al de “vragende partijen” op hun wenken bedienen. De druk is nochtans groot. De burgers mondiger dan ooit. De hedendaagse politicus riskeert te bezwijken onder een salvo van gemene tweets en retweets. De pers observeert, noteert  en becommentarieert. De media registreren elke oneffenheid op het terrein met een joekel van een macrolens. 

De onderhandelaars schrijven een beleidsplan. Ze breken zich het hoofd over ons toekomstig welzijn en proberen wellicht vruchteloos de truuk van de wonderbaarlijke vermenigvuldiging van de broden uit de bijbel opnieuw uit te vinden om de kas te doen kloppen. Jammer voor de compromissenmakers  is de truuk van de wonderbaarlijke vermenigvuldiging van de schepenambten wettelijk aan banden gelegd. Het zou het wheelen en dealen aanzienlijk vergemakkelijken... Water en wijn en een mix van bloed, zweet en tranen zullen ongetwijfeld  de belangrijkste ingrediënten zijn bij de opmaak van de nieuwe bestuursbijbel, waarin de visie op Beringen wordt verduidelijkt en de keuzes voor de volgende zes jaar in steen worden gebeiteld. 

De denktank van Paalonline spande zich het voorbije jaar in om wakkere burgers en gedreven politici aan te moedigen na te denken over de toekomst van het dorp Paal. Een stappenplan resulteerde in breed gedragen inzichten en allerlei voorstellen op vlak van dorpsontwikkeling. De politieke partijen verdedigden hun stellingen op het slotdebat. De denktank nam akte van toezeggingen en beloften. 

De denktank nam zich voor om ook na de verkiezingen de beleidsmakers te blijven inspireren en als kritische en mondige burgers te blijven toezien op het beleid dat thans wordt uitgestippeld, in het bijzonder voor het dorp Paal.  Het uur van de waarheid nadert. De denktank hoopt binnen enkele weken een duidelijk zicht  te hebben op de beleidskeuzes die de onderhandelingstafel hebben overleefd. 

Wordt het een helder beleidsplan of een grijze soep? Een krachtig signaal of een miezerig straaltje uit een waterpistool? Een samenhangend beleid of een lappendeken? Beringen op de kaart of van de kaart geveegd? Wordt iedereen er beter van of slechts enkelen? Wordt het een recept voor stad én dorpen of alleen voor ‘t stad? 

Wij wachten geduldig op witte rook en klare wijn. Meer moet dat immers niet zijn….

Edgard Vandebosch 4 december 2012

Laatst aangepast op 30 september 2014
Log in om reacties te plaatsen