Paal is vandaag vooral een dorp omdat we dat met z’n allen echt willen. Al tellen we nu al meer dan 11000 inwoners en tegen 2030 misschien 15000, Paal kan een dorp blijven als we dat zelf hard genoeg blijven willen en daar ook beleidsmatig intens voor ijveren.
In verschillende Europese landen wordt tegenwoordig ernstig nagedacht over een toekomstgericht dorpenbeleid zowel voor de kleinere dorpen met nog een agrarische ruggengraat als voor de verstedelijkte, suburbane dorpen zoals Paal en dit in het kader van een toekomstgerichte maatschappelijke ordening. De laatste dagen kwam weer maar ‘ns pijnlijk aan het licht tot wat maatschappelijke destructie met verlies van identiteit, verbondenheid, sociale cohesie, in extreme gevallen kan leiden.
Telkens opnieuw komen urbanisten, sociologen, filosofen, wetenschappers allerhande tot de conclusie dat dorpen erg verschillend, uniek zijn. Om dus visie te kunnen ontwikkelen over een te voeren toekomstgericht specifiek dorpenbeleid, moet je vertrekken vanuit het verleden (geschiedenis, archieven, kaarten) en van een grondige terreinkennis op vandaag. Niet alleen de historie, de archieven zijn belangrijk maar ook de landschappen, het beeld dat het dorp nu uitstraalt en bovenal de “leefkwaliteit”. We komen daar nog op terug.
Voor Paal is het o.a. belangrijk om te weten dat ons dorp gegroeid is vanuit de verschillende gehuchten: Tervant, Meelberg, Brelaar, Pael, Geenhout… Het huidige Paal dorp heeft zich het laatst van al ontwikkeld. Meelberg liep tot tegen het dorp.
Al die bewonerskernen ontwikkelden zich in het boerendorp van toen gedeeltelijk los van elkaar. De deels autonome gehuchten vormen de verklaring waarom Paal zo’n uitgestrekt woongebied heeft en een zeer verspreide bewoning . Dit werd bij de uitwerking van de gewestplannen begin van de jaren zeventig definitief vastgelegd in zeer uitgebreide woonzones. Toen in die periode (’60-’70) ook de vele landbouwwegen en modderstraten werden verhard werd de basis gelegd voor een ongebreidelde lintbebouwing (“verlinting” ) die in Paal, zoals op zoveel plaatsen in Vlaanderen, weelderig tiert.
Het is wat het is: Paal is een verstedelijkt hoofddorp geworden, dat snel (sneller dan…) blijft groeien omwille van een aantal troeven waarover ons dorp beschikt.
Desondanks kon ons dorp een stuk identiteit bewaren en kunnen wij omwille van onze dimensie, de bloeiende handel, een aantal voorzieningen, de uitdagingen voor de toekomst aan, op voorwaarde dat ons bestuurlijk kader, de gemeente Beringen, hieraan actief wil meewerken.
Wat zijn de belangrijke uitdagingen in een notendop?
Vooreerst het vrijwaren van de open ruimte. Moeilijke kwestie in Paal omdat de bewoning erg verspreid is en de” verlinting” overal een feit. We zullen ons dus vooral moeten concentreren op het vrijwaren van de open ruimte aan de rand van het dorp. Gelukkig is Paal, abstractie makend van gemeente-en provinciegrenzen, omringd door uitgestrekte natuurgebieden en groene (landbouw)ruimtes.
Ook in Paal zullen we echter verder onze bewoning moeten “verdichten” door het verkleinen van de kavels, door gezinsvriendelijke hoogbouw en verdere verstedelijking en compacter samenwonen. Een Leuvense prof. sprak onlangs over meer stedelijkheid als redding voor de landelijkheid van onze dorpen. Het mobiliteitsvraagstuk groeit van maand tot maand. Mirakeloplossingen bestaan niet om ons wereldrecord files af te staan. Als we blijven door doen zoals we bezig zijn loopt het verkeer eerlang compleet vast. We rijden allemaal teveel met de auto. Je moet dan ook geen helderziende zijn om te voorspellen dat voorzieningen en winkels terug dichter bij de mensen moeten komen om onze auto meer op stal te kunnen laten.
De leefkwaliteit bewaren en terug verbeteren is een levensbelangrijke kwestie waar we allemaal kunnen aan meewerken. Het is een kwestie met veel aspecten. Duurzaamheid is er een van en dat is al een complex begrip. Sociale cohesie een andere. Culturele ontwikkeling, strijd tegen de “verzapping”, herstel van sociale verbanden via verenigingsleven en projectwerking, verkeersveiligheid, uitbouw van lokale sociale voorzieningen, evenzovele opgaven voor burger en beleid om de leefbaarheid van Paal te verhogen.
Heel belangrijk is ook om zoveel mogelijk “snippers” in de open ruimte terug aan de natuur te geven enerzijds en om nieuwe ontmoetings- en rustplaatsen te creëren anderzijds. Dit is niet alleen van belang voor onze vergrijzende en verzilverende bevolking maar evenzeer voor de jeugd.
Paalonline gaf de voorbije periode vier constructieve voorzetten aan het gemeentebestuur van Beringen om de leefkwaliteit voor de mensen in Paal en Tervant te verbeteren.
Vooreerst was er ons voorstel om een oplossing te zoeken voor de Aumannsite door er een toekomstgerichte invulling aan te geven als groene oase en als mogelijk gemeenschapsproject.
Daarna was er op vraag van het bestuur onze conceptuele voorzet om het dorpsplein te “vergroenen”, er bijkomende ontmoetingsruimte te creëren en om het dorp meer autoluw te maken. Moeten we wachten tot na de klimaatconferentie in Parijs om weer maar ‘ns te horen dat we de auto meer moeten terugdringen uit onze leefwereld?
In Tervant heeft paalonline, hierin gesteund door plaatselijke verenigingen en geïnteresseerde burgers, aan het gemeentebestuur voorgesteld om het bouwproject dat gepland wordt maximaal te kaderen in een bredere visie op dorpsvernieuwing en –ontwikkeling met aandacht voor groen, voor ontmoetingsruimte, voor autoluwte, speelmogelijkheden voor kinderen en eventueel gemeenschapsvoorzieningen.
Ten slotte is er het Zandplein in Paal waar onze denktank het gemeentebestuur oproept om geen woningbouw te realiseren maar deze ruimte te gebruiken als een nieuwe groene oase met parkeerruimte en voorzieningen voor rust- en ontspanning. Eventueel kan daar ook een sportveldje ( vb. basketbal) aangelegd worden. Ieder beetje groen brengt onmiddellijk meer “lucht” in het dorp. Een veelheid van groene oases in een verstedelijkt dorp verhoogt de uitstraling van Paal en vooral de leefkwaliteit van de inwoners.
De kansen die zich nu aandienen zijn uniek. Het zou doodjammer zijn ze te verkwanselen door een gebrek aan visie, door geldzucht of door het leggen van foute beleidsaccenten en het doen van verkeerde investeringen.
Kunnen we het er over eens zijn dat de “leefkwaliteit” uiteindelijk het gemeenschappelijk hoofdobjectief zou moeten zijn zowel van het bestuur als van de burgers?
De Denktank